Halverwege vorig jaar kondigde Seagate zijn derde generatie 15.000rpm en zesde generatie 10.000rpm SCSI harde schijven aan. Met de introductie van de Cheetah 15K.3 en Cheetah 10K.6 bevestigde Seagate zijn reputatie van pioneer op het gebied van SCSI-technologie. In 1996 bracht Seagate als eerste fabrikant een harde schijf met een toerental van 10.000rpm op de markt en in 2000 was Seagate de eerste met een 15.000 toeren schijf. In de gallerij van primeurs mag de Cheetah 15K.3 bijgezet worden als de eerste 15.000 toeren harde schijf met een plattercapaciteit van 18GB. De Cheetah 10K.6 was de eerste verkrijgbare 10K schijf met 36GB platters. Inmiddels kunnen ook Hitachi en Maxtor in beperkte mate producten in die categorie leveren. De technologische voorsprong stelt Seagate in staat om snellere schijven met een grotere capaciteit tegen lagere kosten op de markt te brengen.

Seagate Cheetah 15K.3
De Cheetah 15K.3 is de derde generatie 15.000 toeren harde schijf van Seagate. Het model is de opvolger van de welbekende en alom gerenommeerde Cheetah X15-36LP. De voornaamste verbeteringen ten opzichte van de Cheetah X15-36LP zijn de verdubbelde plattercapaciteit van 18GB, het lagere energieverbruik, de lagere geluidsproductie en de lagere commando-overhead. Dankzij de toegenomen plattercapaciteit kan Seagate zijn 15.000 toeren serie nu ook aanbieden in modellen met een capaciteit van 73,4GB. Verder zijn modellen met een capaciteit van 36,7GB en 18,4GB leverbaar. De maximale interne transfer rate nam dankzij de toegenomen platterdichtheid toe van 709 naar 891 megabits per seconde. De Cheetah 15K.3 is leverbaar met een Ultra320 SCSI of 2Gbit/s Fibre Channel interface. De Ultra320 SCSI interface is backwards compatible met Ultra160 SCSI en oudere SCSI-interfaces. Seagate heeft ondersteuning voor packetization en QAS geïmplementeerd. Beide features zijn onderdeel van de nieuwe Ultra320 SCSI-standaard. Het idle stroomverbruik van de 18,4GB en 36,7GB versies is gereduceerd van respectievelijk 12 Watt en 10,3 Watt voor de Cheetah X15-36LP naar respectievelijk 7,5 Watt en 9,0 Watt voor de Cheetah 15K.3. Het 73,4GB model heeft een stroomverbruik van 10,8 Watt in idle modus.

De Cheetah 15K.3 wordt door Seagate gepositioneerd in de markt voor midrange en enterprise servers, NAS-toepassingen en storage area networks. Voor het eerste ziet Seagate ook de workstationmarkt als toepassingsgebied voor 15.000 toeren harde schijven. Volgens de industrieorganisatie IDEMA zal de toepassing van 15.000 toeren harde schijven dit jaar een hoge vlucht nemen. Dit zal mede te danken zijn aan de komst van goedkopere en grotere 18GB-per-platter schijven.
Seagate claimt dat de Cheetah 15K.3 35 procent meer IOps (I/O operaties per seconde) levert dan 10.000 toeren harde schijven. Omdat er minder 15K harde schijven nodig zijn om dezelfde prestaties te bieden als een RAID array van 10K schijven is de betrouwbaarheid van systemen met 15K schijven hoger en worden kosten bespaard op het gebied van hardware, ruimte, stroomverbruik, koeling en beheer, aldus Seagate. In omgevingen waar zeer hoge prestaties vereist zijn, leveren 15.000 toeren harde schijven volgens het reclamepraatje van Seagate een lagere TCO dan 10.000 toeren harde schijven.
De Cheetah 10K.6 is alweer de zesde generatie 10.000 toeren harde schijf van Seagate. De eerste Cheetah werd in 1996 geïntroduceerd en had destijds een capaciteit van maximaal 9GB. Dankzij een verhoging van de plattercapaciteit van 18GB naar 36GB kan de Cheetah 10K.6 geleverd worden in modellen met een capaciteit van maximaal 146,8GB. Naast de 146,8GB variant worden versies met een opslagcapaciteit van 73,4GB en 36,7GB aangeboden. Alle modellen hebben een standaard 1 inch form factor. De maximale interne transfer rate van de Cheetah 10K.6 bedraagt 840 megabits per seconde, 25 procent meer dan de vorige Cheetah 73LP generatie. Evenals de Cheetah 15K.3 kan de Cheetah 10K.6 geleverd worden met een Ultra320 SCSI of 2Gbit/s Fibre Channel-interface. Beide drives hebben een multi-segmented cachegeheugen van 8MB.
De Cheetah 15K.3 en 10K.6 zijn gespecificeerd met een meantime between failure van 1,2 miljoen uur. Het jaarlijkse uitvalpercentage wordt door Seagate geschat op 0,73 procent. De schijven delen op bepaalde punten dezelfde componenten. Op die manier kan Seagate de ontwikkelingstijd en ontwikkelingskosten van zijn SCSI schijven beperken en kunnen de schijven eerder op de markt gebracht worden, wat leidt tot een betere concurrentiepositie.

De Cheetah 10K.6 is volgens Seagate met name geschikt voor toepassingen die een hoge opslagcapaciteit vereisen. Door de toegenomen maximale opslagcapactiteit van 146,8GB per unit zijn er minder schijven nodig om dezelfde capaciteit te bereiken, zodat het ruimte- en energieverbruik wordt verlaagd. De Cheetah 10K.6 levert de meest capaciteit binnen de kleinste afmetingen en bij de laagste kosten per gigabyte, aldus Seagate.

Testconfiguratie
De prestaties van de Seagate Cheetah 15K.3 en de Cheetah 10K.6 worden in deze review vergeleken met de Maxtor Atlas 10K III-320 en de twee vorige 15.000 toeren generaties van Seagate, de Cheetah X15 en X15-36LP. Alle schijven hadden een capaciteit van 36,7GB. De Maxtor Atlas 10K IV hebben we helaas nog niet kunnen meenemen in alle tests, omdat ons testexemplaar erg vreemd presteerde. In de desktopbenchmarks was de Atlas 10K IV veelal trager dan de Atlas 10K III en in de serversimulaties bleven de prestaties ver achter bij de Cheetah 10K.6. De transfer rates en toegangstijden waren daarentegen wel op niveau. Een review van de Atlas 10K IV zal volgen zodra we een vervangend exemplaar van Maxtor hebben ontvangen.
De resultaten van de Cheetah X15 in de desktopbenchmarks zijn niet in alle gevallen volledig betrouwbaar. De desktopbenchmarks zijn gebaseerd op traces die werden opgenomen op schijven met een maximale capaciteit van 36GB. De Cheetah X15 heeft een opslagcapaciteit van 18,4GB, wat tot gevolg heeft dat benadering boven 18,4GB door RankDisk worden geremapped naar het begin van de schijf. In sommige gevallen zal de Cheetah X15 daardoor extra grote of juist kleinere kopverplaatsingen moeten doen.
De schijven werden getest op een Asus A7M266-D moederbord met twee Athlon XP 2400+ processors, 1GB DDR SDRAM en een Tekram DC-390U4B Ultra320 SCSI adapter. De schijven werden onderworpen aan onze vaste benchmarksuite bestaande uit Winbench 99, ATTO, IPEAK Storage Performance Toolkit en IOMeter tests. Gedetailleerde informatie over de testprocedure kun je terug vinden in onze
Low-level performance (1)
De Seagate Cheetah 10K.6 en 15K.3 zijn samen met de Maxtor Atlas 10K IV de eerste harde schijven die de STR-barrière van 70MB/s doorbreken. Op de buitenste sporen bereikt de Cheetah 15K.3 een magistrale transfer rate van 75,8MB/s. De Cheetah 10K.6 is dankzij zijn grotere plattercapaciteit en grotere schijfdiameter niet ver van de 15K.3 verwijderd. De grotere schijfdiameter heeft wel tot gevolg dat de transfer rate van de Cheetah 10K.6 een groter verval vertoont dan de transfer rate van de Cheetah 15K.3. Daardoor zijn de verschillen op de binnenste sporen vrij groot:
 |
 | Winbench 99 v2.0 - Sequentiële transfer rate - Begin (KB/s) |  |
 |
 | Seagate Cheetah 15K.3 |   75800 |  |
 |
 | Seagate Cheetah 10K.6 |   70500 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K IV |   70300 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15-36LP |   60200 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K III-320 |   53100 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15 |   41200 |  |
 |
 |
 | Winbench 99 v2.0 - Sequentiële transfer rate - Eind (KB/s) |  |
 |
 | Seagate Cheetah 15K.3 |   50700 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15-36LP |   44900 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K IV |   43800 |  |
 |
 | Seagate Cheetah 10K.6 |   41400 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15 |   32500 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K III-320 |   31400 |  |
 |
Seagate is er wederom in geslaagd om de toegangstijden van de Cheetah 10K.6 en 15K.3 naar beneden bij te schaven. Ten opzichte van de Cheetah X15-36LP en de Atlas 10K III hebben beide schijven een kleine vooruitgang geboekt.
 |
 | Winbench 99 v2.0 - Gemiddelde toegangstijd (ms) |  |
 |
 | Seagate Cheetah 15K.3 |   6,23 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15-36LP |   6,37 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15 |   7,03 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K IV |   7,67 |  |
 |
 | Seagate Cheetah 10K.6 |   8,07 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K III-320 |   8,17 |  |
 |
 |
 | AnalyzeDisk - Average read service time (ms) |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15-36LP |   6,21 |  |
 |
 | Seagate Cheetah 15K.3 |   6,26 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15 |   7,01 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K IV |   7,65 |  |
 |
 | Seagate Cheetah 10K.6 |   8,2 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K III-320 |   8,27 |  |
 |
 |
 | AnalyzeDisk - Average write service time (ms) |  |
 |
 | Seagate Cheetah 15K.3 |   6,66 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15-36LP |   6,77 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15 |   7,50 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K IV |   8,29 |  |
 |
 | Seagate Cheetah 10K.6 |   8,69 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K III-320 |   9,17 |  |
 |
De buffer transfer rate van de Seagate Cheetah 15K.3 is licht verbeterd ten opzichte van zijn voorgangers. De verschillen tussen de Cheetah 10K.6, Atlas 10K III en Atlas 10K IV zijn minimaal. De schrijf buffer transfer rates van de Maxtor schijven behoren tot de top:
 |
 | AnalyzeDisk - Read buffer transfer rate (IOps) |  |
 |
 | Seagate Cheetah 15K.3 |   1989 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K IV |   1826 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15 |   1803 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K III-320 |   1797 |  |
 |
 | Seagate Cheetah 10K.6 |   1794 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15-36LP |   1721 |  |
 |
 |
 | AnalyzeDisk - Write buffer transfer rate (IOps) |  |
 |
 | Seagate Cheetah 10K.6 |   1607 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K IV |   1604 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K III-320 |   1501 |  |
 |
 | Seagate Cheetah 15K.3 |   1496 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15-36LP |   1284 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15 |   997 |  |
 |
Low-level performance (2)
Het onderdeel AnalyzeDisk van IPEAK Storage Performance Toolkit genereert interessante visualisaties van de low-level performancekarakteristieken van harde schijven en I/O controllers. Met behulp van deze visualisaties kunnen de caching-, prefetching- en command queuing-strategieën geanalyseerd worden. Klik op de verkleinde grafieken om een full size exemplaar op te vragen.
Read queuing optimalisaties
De command queuing karakteristieken worden onderzocht door de distributie van de read service times weer te geven als een functie van het aantal uitstaande requests. De test begint bij een enkele child thread en eindigt bij 64 child threads. Elke child thread genereert willekeurige single-sector leesopdrachten. Efficiënte command queuing optimalisaties zijn herkenbaar als een stijl aflopende grafiek. Naarmate het aantal uitstaande requests toeneemt zal een goed geoptimaliseerde command queuing-strategie ervoor zorgen dat de gemiddelde latency van de requests afneemt. Een grotere queue betekent immers dat de individuele requests efficiënter geordend kunnen worden. De Seagate Cheetah 15K.3, X15-36LP en 10K.6 vertonen vergelijkbare command queuing optimalisaties. De Seagate Cheetah X15 en Maxtor Atlas 10K III-320 presteren beduidend minder. In de resultaten van de serversimulaties op pagina zes zullen de slechtere command queuing-prestaties van de Cheetah X15 en Atlas 10K II ook zichtbaar zijn.
Cheetah 15K.3
| Cheetah X15-36LP
| Cheetah X15
| Cheetah 10K.6
| Atlas 10K III
|
Read response surface
De effectiviteit van het caching-algoritme wordt geëvalueerd met behulp van een locality response surface. De read response surface geeft weer welk bereik van lokaliteit door het caching-algoritme bedekt wordt. Op de z-as van de grafiek is de 'stride' weergeven. Dit is de ruimtelijke afstand in sectoren ten opzichte van het originele punt waarop de schijfbenadering plaatsvond. De distance op de x-as is de afstand in tijd waarin de benadering plaatsvond ten opzichte van de eerste benadering. De tijd wordt in dit geval uitgedrukt in het aantal tussenliggende schijfbenadering na de originele schijfbenadering. Op de y-as is de responsetijd weergegeven.
De schijven met de meest optimale read response surface zijn de Seagate Cheetah X15-36LP en de Maxtor Atlas 10K III-320. Beiden zijn in staat om ook negatieve strides te cachen. Negatieve strides zijn benadering van sectoren die zich bevinden achter het punt van de originele schijfbenadering, dus sectoren die de leeskoppen al zijn gepasseerd voordat de originele schijfbenadering plaatsvond. De Cheetah 15K.3, X15 en 10K.6 hebben bij negatieve strides een latency die bijna gelijk is aan de omwentelingstijd van de platter. Deze schijven moeten één omwentelingscyclus wachten voordat zij de gegevens van terugwaartse benaderingen naar de controller kunnen sturen.
Cheetah 15K.3
| Cheetah X15-36LP
| Cheetah X15
| Cheetah 10K.6
| Atlas 10K III
|
Write response surface
Voor de write response surface geldt dezelfde verklaring als voor de read response surface, met als verschil dat de test betrekking heeft op de schrijfperformance. De Seagate schijven hebben vrijwel vergelijkbare writeback caching-algoritmen. De Maxtor Atlas 10K III valt in negatieve zin op door hogere response tijden over het gehele bereik van de test.
Cheetah 15K.3
| Cheetah X15-36LP
| Cheetah X15
| Cheetah 10K.6
| Atlas 10K III
|
Read seek profile
De zoektijd, prefetch performance en rotatielatency worden onderzocht met behulp van een read seek profile, die de service tijd weergeeft als functie van de zoekafstand. De grafieken maken opnieuw duidelijk dat het prefetching-algoritme van de Seagate Cheetah 15K.3, X15 en 10K.6 geen raad weet met negatieve zoekafstanden. De Maxtor Atlas 10K III-320 levert de beste prefetching performance.
Cheetah 15K.3
| Cheetah X15-36LP
| Cheetah X15
| Cheetah 10K.6
| Atlas 10K III
|
Write seek profile
De write seek profiles van de Seagate schijven vertonen veel overeenkomsten. De X15 presteert wat slechter dan de andere Cheetahs, waarschijnlijk als gevolg van zijn lagere buffer transfer rate en kleinere cache van 4MB. De overige schijven hebben een cache van 8MB. Het writeback caching-algoritme van de de Maxtor Atlas 10K III biedt bij alle geteste zoekafstanden een lage service tijd, maar de Atlas 10K III is wel de enige schijf met grote sporadische uitschieters naar meer dan 8 milliseconden.
Cheetah 15K.3
| Cheetah X15-36LP
| Cheetah X15
| Cheetah 10K.6
| Atlas 10K III
|
Desktopbenchmarks
Serversimulaties
Belangrijker dan de desktopprestaties is de performance in servertoepassingen. De hier geteste SCSI drives zullen immers voornamelijk in serveromgevingen gebruikt worden. Seagate's claim dat de Cheetah 15K.3 ongeveer 35 procent meer IOps levert dan schijven uit de 10K-categorie wordt niet waargemaakt in de fileserverbenchmark, althans niet als de vergelijking wordt gemaakt met de Cheetah 10K.6. Ten opzichte van de Maxtor Atlas 10K III biedt de Cheetah 15K.3 wel de gewenste prestatiewinst van 37 procent. De verschillen tussen de Cheetah 15K.3 en X15-36LP zijn zeer klein. Ook de oude Cheetah X15 weet nog heel aardig mee te komen, hoewel de prestaties minder goed schalen bij een queue van meer dan 64 I/O's. De consequente dip bij 64 uitstaande I/O's is overigens een verschijnsel dat wordt veroorzaakt door de LSI Logic Ultra320 SCSI controller.

 |
 | Tweakers.net StorageMark 2003 - Fileserver gewogen gemiddelde (IOps) |  |
 |
 | Seagate Cheetah 15K.3 |   249,1 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15-36LP |   246,6 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15 |   220,4 |  |
 |
 | Seagate Cheetah 10K.6 |   198,3 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K III-320 |   181,6 |  |
 |
In de webserversimulatie zijn de verschillen tussen de 15.000rpm harde schijven een stuk groter. De Cheetah 15K.3 presteert over de hele linie beter dan de Cheetah X15-36LP. De matige schaalbaarheid van de Cheetah X15 wordt nogmaals bevestigd. Boven 16 uitstaande I/O's presteert de Cheetah 10K.6 zelfs beter. Een ongelukkige dip bij 32 uitstaande I/O's zorgt ervoor dat het gewogen gemiddelde van de Cheetah X15 net onder die van de Cheetah 10K.6 komt te liggen. De webserversimulatie bestaat voor 50 procent uit schrijfoperaties en blijkbaar kan de Cheetah X15 daar slecht mee overweg onder hogere workloads. Evenals in de fileserversimulatie mag het verschil tussen de Seagate Cheetah 10K.6 en de Maxtor Atlas 10K III-320 respectabel genoemd worden.

 |
 | Tweakers.net StorageMark 2003 - Webserver gewogen gemiddelde (IOps) |  |
 |
 | Seagate Cheetah 15K.3 |   274,8 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15-36LP |   262,5 |  |
 |
 | Seagate Cheetah 10K.6 |   208,8 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15 |   208,6 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K III-320 |   180,4 |  |
 |
Temperatuur- en geluidsdrukmetingen
De tijd dat 10.000 en 15.000rpm harde schijven notoire herrieschoppers waren, ligt gelukkig ver achter ons. De Cheetah X15-36LP was de eerste SCSI schijf waarin fluid dynamic bearings werden toegepast. Dankzij toepassing van FDB's werd een aanzienlijke reductie van de geluidsproductie bereikt, waardoor de X15-36LP al goed gebruikt kon worden in workstations. Seagate is erin geslaagd om de idle geluidsproductie van de Cheetah 15K.3 nog wat omlaag te brengen. De geluidsdruk werd met ruim de helft verminderd. Nog groter is de vermindering van de seekgeluiden. Tijdens kopverplaatsingen produceert de Cheetah 15K.3 op een afstand van 5 centimer slechts 60dB(A) geluidsdruk, terwijl de Cheetah X15-36LP nog op een niveau van ruim 67dB(A) zat. Het geluidsniveau van de Cheetah 10K.6 is in idle modus ongeveer gelijk aan de Cheetah 15K.3. Tijdens kopverplaatsingen is de Cheetah 10K.6 wel luidruchtiger. Geluidsdruk- en temperatuurmetingen van de Cheetah X15 zijn achterwege gelaten omdat de X15 werd getest in een hotswap SCA-bay. Betrouwbare metingen waren daardoor niet mogelijk.
 |
 | Tweakers.net StorageMark 2003 - Geluidsproductie - Idle (dBA) |  |
 |
 | Seagate Cheetah 10K.6 |   49,0 |  |
 |
 | Seagate Cheetah 15K.3 |   49,3 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K IV |   51,3 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K III-320 |   52,8 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15-36LP |   53,3 |  |
 |
 |
 | Tweakers.net StorageMark 2003 - Geluidsproductie - Seek (dBA) |  |
 |
 | Seagate Cheetah 15K.3 |   59,8 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K IV |   60,1 |  |
 |
 | Seagate Cheetah 10K.6 |   64,7 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K III-320 |   65,8 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15-36LP |   67,3 |  |
 |
Hoewel het verschil in de geluidsproductie van 15K en 10K schijven is geminimaliseerd, genereren de snellere 15.000 toeren schijven nog wel aanmerkelijk meer warmte dan de 10K drives. Een ongekoelde Cheetah X15-36LP die enige tijd heeft moeten seeken, is absoluut niet met de blote hand aan te raken. De temperatuur loopt onder continue belasting op tot zo'n 35 graden Celcius boven kamertemperatuur. Bij aanraking wordt al na enige seconden de pijngrens bereikt. De Cheetah 15K.3 wordt gelukkig minder heet met een netto temperatuur van ruim 29 graden Celcius. De Cheetah 10K.6 is een aantal graden koeler dan de technologisch minder ver geëvolueerde Maxtor Atlas 10K III.
 |
 | Tweakers.net StorageMark 2003 - Netto temperatuur - Idle (°C) |  |
 |
 | Seagate Cheetah 10K.6 |   14,4 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K III-320 |   18,1 |  |
 |
 | Seagate Cheetah 15K.3 |   24,3 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15-36LP |   28,3 |  |
 |
 |
 | Tweakers.net StorageMark 2003 - Netto temperatuur - Seek (°C) |  |
 |
 | Seagate Cheetah 10K.6 |   23,0 |  |
 |
 | Maxtor Atlas 10K III-320 |   26,4 |  |
 |
 | Seagate Cheetah 15K.3 |   29,3 |  |
 |
 | Seagate Cheetah X15-36LP |   35,3 |  |
 |
Conclusie
Seagate is erin geslaagd om met de Cheetah 15K.3 wederom de lat hoger te leggen in de 15.000 toeren klasse. Al sinds de introductie van de eerste 15.000rpm harde schijf zit Seagate stevig in het zadel als SCSI-koning. De Cheetah 15K.3 zal de heerschappij van Seagate in ieder geval tot de komst van de Maxtor Atlas 15K continueren. In de desktopbenchmarks boekte de Cheetah 15K.3 een acceptabele prestatiewinst ten opzichte van zijn voorganger. De prestaties in de serversimulaties lieten helaas nauwelijks verbetering zien. Hoewel de Cheetah 15K.3 zonder twijfel de snelste serverschijf van dit moment is, zijn de verschillen ten opzichte van de Cheetah X15-36LP minimaal. De low-level prestatieanalyses maakten duidelijk dat de Cheetah 15K.3 op het gebied van prefetching-performance achterblijft bij de X15-36LP. Wellicht kunnen toekomstige firmware revisies dit probleem verhelpen. De firmware van de door ons geteste Cheetah X15-36LP bevond zich al op revisie 22, terwijl de 15K.3 pas bij revisie 4 was aangekomen. Voor workstationgebruikers biedt de Cheetah 15K.3 meer dan alleen betere prestaties. De Cheetah 15K.3 wordt minder warm dan de X15-36LP en produceert vooral veel minder geluid bij kopverplaatsingen. De schijf leent zich daardoor beter voor toepassingen waarbij een lage geluidsproductie gewenst is.
Over de prijs van de Cheetah 15K.3 kunnen we helaas minder positief zijn. De 36,7GB versie van de 15K.3 is ongeveer twee keer zo duur als de 10K.6. Het prijsverschil van 100 procent staat in geen verhouding met de ongeveer 33 procent hogere desktop- en serverprestaties. De Cheetah 10K.6 kan in een RAID-opstelling tegen lagere kosten een grotere opslapcapaciteit en vergelijkbare of betere prestaties leveren dan de Cheetah 15K.3. Het is te hopen dat de prijzen van de 15.000 toeren schijven onder druk komen staan zodra de concurrenten Maxtor en Fujitsu producten kunnen leveren met een plattercapaciteit van 18GB. Maxtor zal nog deze maand beginnen met de levering van de Atlas 15K, zodat een prijzenslag niet meer ver weg kan zijn.

Met een tevreden blik kunnen we terugkijken op de prestaties van de Cheetah 10K.6. In vergelijking met de snelste schijf uit het vorige 10K kampioenschap, de Maxtor Atlas 10K III, presteert de Cheetah 10K.6 - met uitzondering van enkele disciplines uit de desktopsuite - beduidend beter. De 36,7GB versie van de Cheetah 10K.6 is verkrijgbaar vanaf 200 euro en is daarmee zeer aantrekkelijk geprijsd. In ons Deze review kwam tot stand dankzij de medewerking van de volgende personen en bedrijven: Dietmar Kock van Tekram Europe, Albert Uythof van SMG Benelux, Marie-Pierre Degoulet en Didier Boulanger van Seagate France, Joe Fagan van Maxtor UK en