Intro
Met de Radeon 8500 verschafte ATi zich een plekje in de top van de highend grafische markt voor gamers. Door in deze top te staan krijg je vanzelf goede naamsbekendheid, maar het staat niet direct garant voor hoge verkoopcijfers. De meeste videokaarten worden namelijk nog steeds verkocht in het lagere segment waar de GeForce4 MX de scepter zwaait. Met de RV250-chip probeert ATi ook in dit lagere segment een belangrijke rol te gaan spelen. Of dit gelukt is lees je in deze review.
De eerste geruchten rond de ATi RV250 verschenen begin december vorig jaar. Wat voor een videochip dit zou worden was nog niet precies bekend. Wel was duidelijk dat de kaart op een 0,15 micron procédé gebakken zou worden en alle features van de Radeon 8500 zou hebben. Toen bleef het een tijdje stil. In juni dit jaar pas kwam naar buiten dat de RV250-chip omgedoopt zou worden tot Radeon 9000. De naam doet vermoeden dat de Radeon 9000 een opvolger is van de Radeon 8500, terwijl dit niet zo is. De opvolger van de Radeon 8500 is namelijk de R300-chip welke de naam Radeon 9700 heeft gekregen.
RV250 versus R200
De Radeon 8500 is voorzien van de R200-core. De R200-core beschikt over twee texture units per pipeline in plaats van de drie waarin ATi voorheen in geloofde. Deze vermindering was echter een logische stap, aangezien er toch meestal maar twee units werden gebruikt en de derde er een beetje loos bij zat. Als de derde unit dan toch gebruikt werd was er altijd nog een tweede pass nodig om het renderen te voltooien, waardoor de derde unit geen besparing aan rendering passes opleverde.
Om vanuit de Radeon 8500 een goedkopere videokaart te maken heeft ATi van elke pixel pipeline één texture unit weggehaald. nVidia heeft bij de GeForce4MX gekozen om het hele DirectX 8 gebeuren uit de GPU weg te halen om hetzelfde resultaat, een goedkopere videokaart produceren, te bereiken. Door de vertex shading unit (v1.0) en de pixel shader unit (v1.4) voor de RV250 niet weg te halen, maar een texture unit per pipeline is het mogelijk om een kleinere die te maken, maar toch nog steeds een hoge performance te halen in spellen die veel gebruikmaken van slechts één of twee textures. Dit resulteert helaas wel in een performanceverlies bij spellen waar juist veel textures worden gebruikt, zoals Unreal Tournament 2003, waar men af en toe vier textures in een bepaald gebied gebruikt.
Een andere belangrijke verandering die ATi heeft doorgevoerd in de RV250-chip is een technologie genaamd 'Fullstream'. ATi gebruikt de pixel shaders niet alleen voor 3D, maar gebruikt deze ook om realtime de kwaliteit van streaming internet-video's te verbeteren. De Radeon 9000 zorgt ervoor dat de beelden minder blokkerig zijn door de pixels aan de randen van een blok te bewerken, zodat deze beter overgaan in het aangrenzende blok. Hierdoor heeft men kunnen besparen op een aantal transistoren wat de prijs weer ten goede is gekomen. Fullstream is gedeeltelijk afhankelijk van software-ondersteuning. Op dit moment wordt het alleen door RealPlayer ondersteund.
De kaart nader bekeken
ATi heeft twee verschillende versies van de Radeon 9000 uitgebracht: de Radeon 9000 en de Radeon 9000 Pro. Het verschil tussen beide kaarten zit hem in de snelheid van de core en het geheugen. Een Radeon 9000 is geklokt op 250MHz met 200MHz DDR-geheugen en de Radeon 9000 Pro heeft een 20MHz snellere core en wordt gevoed door 275MHz DDR-geheugen. Beide kaarten bieden net zoals de Radeon 8500 ondersteuning voor twee monitoren, via ATi's HydraVision, en zijn uitgerust met dezelfde 3D-features. De kaarten zijn te koop voor respectievelijk Onbekend en Onbekend, waardoor ze qua prijs zeer competitief zijn met de GeForce4 MX440.

De layout van de Radeon 9000 lijkt erg veel op de Radeon 8500. De kaart beschikt over twee 400MHz RAMDAC's en een compleet circuit voor de TV-out. Volgens ATi is een actieve koeling geen vereiste voor zowel de Radeon 9000 als de Radeon 9000 Pro, wat natuurlijk erg interessant is voor een lownoise pc'tje. De meeste fabrikanten van grafische kaarten zullen daarentegen toch een fan op de heatsink aanbrengen.
Op onderstaande foto zie je een Radeon 8500 met daaronder een Radeon 9000 Pro. Je kunt zien dat de analoge uitgang en de TV-out zijn omgewisseld en dat het aantal transistoren drastisch is afgenomen.

Als we de kaarten omdraaien is ook goed het verschil in die-grootte te zien:

Links: R200 core; Rechts: RV250 core
2D performance
3D Benchmarks (1)
De eerste 3D Benchmark die we gedraaid hebben is de CodeCreatures benchmark. Deze tool is ontwikkeld om de prestaties van een videokaart te meten voor spellen die over niet al te lange tijd uit zullen komen. Per frame worden meer dan een half miljoen polygonen gebruikt. De Radeon 8500 kan op dit gebied niet meekomen met de andere highend 3D-kaarten. De verwachting is dan ook dat de Radeon 9000 Pro het ook zeer moeilijk zal hebben in de test:
 |
 | CodeCreatures @ 1024 x 768 |  |
 |
 | Asus V8460 Ultra |   27,0 |  |
 |
 | Matrox Parhelia-512 |   18,2 |  |
 |
 | ATi Radeon 8500 |   12,1 |  |
 |
 | ATi Radeon 9000 Pro |   11,7 |  |
 |
 |
 | CodeCreatures @ 1152 x 864 |  |
 |
 | Asus V8460 Ultra |   24,4 |  |
 |
 | Matrox Parhelia-512 |   16,0 |  |
 |
 | ATi Radeon 8500 |   10,2 |  |
 |
 | ATi Radeon 9000 Pro |   10,0 |  |
 |
 |
 | CodeCreatures @ 1280 x 960 |  |
 |
 | Asus V8460 Ultra |   23,5 |  |
 |
 | Matrox Parhelia-512 |   14,0 |  |
 |
 | ATi Radeon 8500 |   9,8 |  |
 |
 | ATi Radeon 9000 Pro |   8,8 |  |
 |
In alle drie de tests wint de Radeon 8500 het van de Radeon 9000 Pro. Ter vergelijking zijn hier ook de prestaties van de Ti4600 en de Parhelia naast gezet. Toekomstige spellen zullen niet op hoge resoluties vloeiend gespeeld kunnen worden, maar voor de huis-, tuin- en keukengamer zullen de prestaties voldoende zijn.
Ook de Quake III benchmark mag niet ontbreken. Op resoluties tot 1280 x 1024 kan een Radeon 8500 aardig meekomen met een GeForce4 Ti4600. Rond de 1600 x 1200 wordt het verschil redelijk groot. Aangezien pas vijf procent op deze hoge resolutie speelt is deze benchmark minder belangrijk dan die op lagere resoluties.
 |
 | Quake III Arena 1024 x 768 |  |
 |
 | Asus V8460 Ultra |   186,7 |  |
 |
 | ATi Radeon 8500 |   180,2 |  |
 |
 | ATi Radeon 9000 Pro |   160,7 |  |
 |
 | Matrox Parhelia-512 |   139,9 |  |
 |
 |
 | Quake III Arena 1280 x 1024 |  |
 |
 | Asus V8460 Ultra |   161,9 |  |
 |
 | ATi Radeon 8500 |   157,6 |  |
 |
 | ATi Radeon 9000 Pro |   101,5 |  |
 |
 | Matrox Parhelia-512 |   95,4 |  |
 |
 |
 | Quake III Arena 1600 x 1200 |  |
 |
 | Asus V8460 Ultra |   129,6 |  |
 |
 | ATi Radeon 8500 |   98,0 |  |
 |
 | ATi Radeon 9000 Pro |   70,8 |  |
 |
 | Matrox Parhelia-512 |   67,1 |  |
 |
De verschillen tussen beide ATi-kaarten zijn hier overduidelijk groter. Tot aan 1280 x 1024 is het aantal frames per seconde nog redelijk acceptabel, maar in dit geval ben je beter af met een GeForce4 MX 460.
3D Benchmarks (2)
3DMark 2001 SE is ook een klassieke benchmark die niet mag ontbreken. Deze benchmark test verschillende gebieden en geeft uiteindelijk een overall cijfer. De ATi Radeon 8500 behaalde op het testsysteem een score van 8095 punten. De Radeon 9000 Pro haalt ruim 1100 punten minder met een score van 6946. Als we de statische 3D Mark 2001 SE data van beide kaarten naast elkaar leggen wordt duidelijk op welke gebieden de Radeon 9000 Pro heeft moeten inleveren:
 |
|
 | | ATi Radeon 8500 | ATi Radeon 9000 Pro |  |
 |
|
 | Fill Rate (single texturing) |  | 816,7Mtexel/sec |  | 681,4Mtexel/sec |  |
 |
|
 | Fill Rate (multi texturing) |  | 2423,4Mtexel/sec |  | 1083,4Mtexel/sec |  |
 |
|
 | High Polygon count (1 light) |  | 36,4MTriangels/sec |  | 21,6MTriangels/sec |  |
 |
|
 | High Polygon count (8 lights) |  | 9,7MTriangels/sec |  | 5,0MTriangels/sec |  |
 |
|
 | Environment Bumpmapping |  | 111,3 fps |  | 140,2 fps |  |
 |
|
 | DOT3 Bumpmapping |  | 88,4 fps |  | 83,0 fps |  |
 |
|
 | Vertex Shader |  | 87,3 fps |  | 64,8 fps |  |
 |
|
 | Pixel Shader |  | 101,0 fps |  | 111,2 fps |  |
 |
|
 | Advanced Pixel Shader |  | 79,9 fps |  | 77,9 fps |  |
 |
|
 | Point Sprites |  | 28,1MSprites/sec |  | 18,4MSprites/sec |  |
 |
In de singletexturing-test ligt de Radeon 9000 Pro al behoorlijk achter op de Radeon 8500, ondanks dat ze dezelfde kloksnelheid hebben. In de multitexturing-test is de Radeon 8500 twee keer zo snel als de 9000 Pro. Hier wordt duidelijk wat de aanpaste pixel pipelines van de Radeon 9000 met de texturingprestaties doen. De prestaties zijn daarentegen wel beter dan de GeForce4 MX 460, die ruim vierhonderd MTexels minder doet per seconde dan de ATi Radeon 9000 Pro.
Op het gebied van Pixel Shading laat de Radeon 9000 Pro wel wat moois zien, door de Radeon 8500 met 10 fps te verslaan. Met de Advanced Pixel Shadertest weet de Radeon 8500 weer net boven de Radeon 9000 uit te komen.
Vriendjespolitiek?
Onlangs meldde the Inquirer dat de Radeon 9000 Pro veel beter met een Intel-processor zou werken dan met een AMD. Hierbij stonden een tweetal 3DMark 2001 SE cijfertjes waaruit dit verschil zou blijken. Dit prestatieverschil zou veroorzaakt worden, omdat ATi vriendjes is met Intel.
Door velen werd dit prestatieverschil in twijfel genomen. Om de proef op de som te nemen hebben we de Radeon 9000 thuisgebracht op een Epox 8KHA+ met een Athlon 1800+ en 256MB Samsung geheugen. De score van de kaart bedroeg 7149 punten. Dat een Radeon 9000 Pro het dus veel beter met een Intel doet dan met een AMD is onzin.
Conclusie
Met de RV250 heeft ATi een chip op de markt gebracht die voor behoorlijk wat minder euro's slechts een klein stukje performance inlevert ten opzichte van de R200. De Radeon 9000 Pro is in de meeste games sneller dan de GeForce4 MX 460, die nagenoeg gelijk geprijst is. ATi zal met deze nieuwe chip de mainstreammarkt de komende tijd waarschijnlijk overnemen van concurrent nVidia. De kaart zal voorlopig voornamelijk met 64MB geheugen over de toonbank gaan, maar ook kaarten met 128MB zullen binnenkort verschijnen. Met dit extra geheugen zal de kaart iets beter gaan presteren in games met grotere textures.