Introductie
Het jaar 2010 was op het oog een rustig jaar voor de processorfabrikanten: een afwachtende houding voor 2011 leek het devies. Maar is dat wel zo? In dit jaar gebeurde wel degelijk het een en ander op cpu-gebied, en niet alleen ter voorbereiding op het komende jaar.
Al vroeg dit jaar kwamen de 'Dales' uit: de Clarkdales en Arrendales. De grootste vernieuwing van deze processors was de gpu, die voortaan niet langer in de chipset was te vinden, maar in de processorpackage werd geïntegreerd.
2010 was ook het jaar van de cores. Daar waar mensen enkele jaren terug nog amper over software beschikten om een quadcore echt te laten werken, lijkt dit tijdperk nu echt voorbij te zijn. Zowel Intel als AMD brachten processors met maar liefst zes cores uit, waardoor multithreaded software een nieuwe impuls zal krijgen.
De 'Dales
De Clarkdales en Arrandales, voor respectievelijk de desktop en laptop, vormden de tick na de tock van respectievelijk Lynnfield en Bloomfield. Ter herinnering: Intel hanteert het tick-tock-principe waarbij een nieuwe architectuur, ofwel een tock, wordt afgewisseld met een nieuw productieprocedé, wat het bedrijf een tick noemt. De Nehalem-architectuur, die in de X58-processors met codenaam Bloomfield en de P55- en H55-platforms met codenaam Lynnfield werden gebruikt, werd gebakken op 45 nanometer. De opvolger hiervan, de op 32nm geproduceerde Westmere-processors, vormde de basis voor de Clarkdales en Arrandales.
Eenvoudigweg de productiemethode van 45 naar 32nm aanpassen was echter niet voldoende: Intel zocht naar verdere integratie van de diverse componenten die een systeem vormen. Na de geheugencontroller die van de northbridge naar de uncore van Nehalem was verplaatst, was het nu de beurt aan de igp. Niet langer werd die op het moederbord ingebouwd, maar kreeg deze een plek in dezelfde verpakking als de cpu, wat resulteerde in een zogeheten multi-chip package. De gpu en cpu waren echter nog altijd twee losse chips, die via een qpi-interface communiceerden. Wel bleken Clarkdale en de mobiele Arrandale-variant voorlopers van wat met de nieuwste Sandy Bridge-generatie zou komen.
/i/1262275107.jpeg?f=imagenormal)
De gpu werd in de 'Dales geïntegreerd, hoewel de gpu nog wel op 45nm werd geproduceerd, terwijl de Westmere-cores op 32nm worden geproduceerd. De Clarkdales en Arrandales kregen ook een verbeterde turbo-modus ten opzichte van de Lynnfield- en Bloomfield.
Vooral op mobiel gebied moest de mcp-formule van cpu en gpu zich bewijzen: de laptops moesten zuiniger worden en toch in staat zijn hd-video af te spelen zonder de noodzaak een minder energiezuinige losse videokaart in te bouwen. Uiteraard kon wel gekozen worden de igp en gpu met elkaar te combineren, zodat voor het zware werk als games een echte videokaart ingezet kon worden, en voor 2d-toepassingen de igp zou volstaan.
Naast minder energie, meer turbo en betere prestaties levert de integratie van componenten ook een kostenbesparing op. De chipsets voor processors kunnen steeds eenvoudiger worden gemaakt, en dat scheelt de consument in de portemonnee. Daarmee zijn de Clark- en Arrandales een voorbode voor wat nog komen gaat in 2011: een zanderig bruggetje zou immers verder gaan waar de huidige generatie ophoudt.
Intel en zijn hexacores
Energiezuinige processors zijn natuurlijk leuk, maar wie een bloedsnel systeem in handen wil hebben, maalt daar nauwelijks om. Dat was voldoende reden voor Intel om in maart met een monster-cpu op de proppen te komen: de Core i7-980X. Voor het eerst kreeg de consument daarmee een cpu met zes cores in plaats van vier in handen en met hyperthreading kon zelfs aan twaalf draadjes tegelijk gerekend worden. Los van de prestaties is dat een imposant gezicht in om het even welke taakbeheerder...
De 980X was vooral een snelheidsmonster dat op de Nehalem-architectuur is gebaseerd en heeft net als de Core i7-970 de Gulftown-cores aan boord. De hoge prijs maakte de processor voor weinigen een betaalbaar product, maar overklokkers wisten wel raad met de hexacore.
/i/1268171829.jpeg?f=imagenormal)
Het waren echter niet alleen Gulftown-hexacores die Intel introduceerde. Ook bracht het bedrijf updates voor zijn bestaande series processors uit. Zo werd in april de topsnelheid van zijn Clarkdale tot 3,6GHz opgeschroefd met de Core i5-680. Ook de Lynnfields kregen met de Core i5-760 een update tot een kloksnelheid van 2,8GHz.
Atoms, Celerons en oudere Core-processors werden in de loop van het jaar eveneens van updates voorzien, terwijl de oudere producten langzaam werden uitgefaseerd. Op het gebied van de Atom verdwenen onder meer de oer-processors: de Atom 230 en 330 kregen het label 'end-of-life' opgeplakt. Ook enkele oudere Celerons en Pentiums mochten het bejaardentehuis in. De door velen geliefde quadcore Q9300, die overigens al een vervanger in de vorm van de 9350 had gekregen, moest het veld ruimen.
Op financieel vlak ging het Intel tegelijk bijzonder voor de wind, maar de Amerikaanse waakhond FTC loerde met een antitrustonderzoek op de chipgigant. De langlopende zaak tegen Intel, dat bedrijven zou hebben gedwongen exclusief zijn chips af te nemen ten koste van concurrent AMD, zou in de zomer eindelijk afgehandeld worden. Intel betaalde in 2009 al op last van de Europese Commissie ruim een miljard euro aan boetes. De FTC-zaak ging echter niet gepaard met boetes, maar met afspraken over goed gedrag.
In 2010 maakte Intel recordwinsten: het voorlaatste kwartaal werd afgesloten met ruim elf miljard dollar aan inkomsten, waarvan drie miljard dollar overbleef als nettowinst. Ook de eerste twee kwartalen brachten zeer goede cijfers met een stijgende lijn: de omzet van het bedrijf zou, geëxtrapoleerd, uitkomen op ruim 43 miljard, met een winst van elf miljard dollar.
AMD's inhaalrace
AMD zat evenmin stil in 2010. Het bedrijf heeft goede zaken gedaan met zijn AM3-platform, en wanneer de voormalige ATI-tak daarbij opgeteld wordt, mag het bedrijf niet klagen. De klapper voor AMD in het afgelopen jaar moet de Thuban zijn geweest. Deze processorcore staat aan de basis van AMD's gooi naar goede prestaties tegen een redelijke prijs. De hexacore Phenom II's die het bedrijf met Thuban uitrustte, combineren dan ook relatief lage prijzen met indrukwekkende prestaties. De troef die AMD bij de introducuctie van zijn Thubans speelde, is de Turbo Core-techniek: in navolging van Intel had AMD eindelijk ook een snelheidsboost.
/i/1272140240.jpeg?f=imagenormal)
De eerste versie van de Thuban-cpu's werd geïntroduceerd voor een prijs van minder dan driehonderd dollar: een factor drie verschil met Intels hexacore. De prestaties van de zeskoppige processors kwamen redelijk in de buurt van Intels gelijkgeprijsde processors en AMD had zijn energiebeheer aanzienlijk verbeterd. De Turbo Core-techniek gaf de Thubans een snelheidsverhoging van 400 tot 500MHz en dankzij fijnmaziger energiebeheer bleef de tdp van de processors binnen quadcore-cijfers.
Ook de reguliere Phenom II's en Athlons kregen updates en nieuwere versies, maar de Thuban-technieken als verbeterd energiebeheer en turbo-technologie werden niet naar de Deneb-cores gebracht. Desalniettemin bleef AMD zijn Phenom II-processors met de Deneb- en afgeleide cores updaten en van snellere versies voorzien. De prijzen die het bedrijf voor zijn cpu's vraagt, maken van de AM3-processors een budgetvriendelijk alternatief voor Intels processors.
AMD koppelt bovendien uitstekende chipsets aan zijn processors: de 890FX- en 890GX-chipsets bleken uitstekende prestaties mogelijk te maken en AMD koos er in tegenstelling tot Intel voor moderne technieken als sata600 te ondersteunen. NEC bleef echter ook op AMD-systemen goede zaken doen door de voor usb 3.0-connectiviteit benodigde chips te leveren.
De tweaker zal AMD vooral waarderen om de vrij instelbare multiplier. De meeste high-end processors zijn zogeheten Black Editions, wat het overklokken moet vergemakkelijken. In de loop van 2010 bleken de AMD's ook steeds meer overklokpotentieel te tonen: in het geval van de Phenom II X4 970BE werd zelfs de 4,5GHz aangetikt. Dat is niet mis voor een cpu van 170 euro. Bovendien blijken dualcores en triplecores vaak 'extra' cores te hebben die geactiveerd kunnen worden, om zo voor een prikkie extra rekenkracht te kunnen leveren.

Ook AMD ging het financieel in 2010 voor de wind. De kapitaalinjectie van 1,06 miljard in 2009 door Intel, voor dat bedrijf een relatief schijntje, maar bijna een jaaromzet voor AMD, gaf het bedrijf wat ruimte. Op eigen kracht nam de omzet echter eveneens flink toe vergeleken met een jaar eerder, hoewel de afschrijvingen op zijn fabs, nu in handen van GlobalFoundries, nog altijd behoorlijk op het nettoresultaat drukken.
Integratie in 2011
Hoewel zowel AMD als Intel nieuwe series processors uitbrachten in 2010, lijkt dit jaar toch een periode van afwachten te zijn geweest. De nieuwe Intels werden helemaal in het begin van het jaar uitgebracht en ook AMD kwam behalve met de Thubans in het voorjaar met weinig meer dan incrementele updates van zijn bestaande productlijnen.
Beide bedrijven werkten in 2010 hard aan de volgende generatie processors. Daarbij moet vooral de laptop het slagveld vormen. Zowel Intel als AMD verwachten hoge ogen te gooien met hun mobiele platforms die hoge prestaties combineren met een zuinige omgang met energie. In de perfecte wereld moeten de laptops hun werk rap doen maar toch een hele dag meegaan. Integratie is daarbij het sleutelwoord en moet voor lage warmte-ontwikkeling, lage kosten en goede prestaties zorgen. Daarmee zouden ook kleine formaten laptops, of ultraportables, met weinig koeling goede prestaties neer moeten zetten.

AMD heeft voor 2011 zijn apu's op de planning staan. Deze accellerated processing units krijgen een DX11-compatibele gpu aan boord, die over 80 streamprocessors zal beschikken. Voor gamen zal de geïntegreerde gpu ontoereikend zijn, met uitzondering van zeer eenvoudige spelletjes, maar voor gpgpu-toepassingen is de integratie wel bijzonder aantrekkelijk. Ook vormt de steeds verdergaande integratie een zuiniger platform, wat zich met de Ontario- en Zacate-apu's voor laptops moet vertalen in tdp's van respectievelijk 9 en 19 watt. Daarmee moet AMD de concurrentie met Intels Atom-lijn en culv-processors aangaan. Wie die strijd zal winnen, zullen we in het komende jaar merken.
/i/1293618575.png?f=imagenormal)
Ook Intel gaat voor integratie met zijn Sandy Bridge-platform. Voor de mobiele varianten hiervan zal de tdp op 25 of 35W uitkomen. De processors van de gehele Sandy Bridge-serie zijn voorzien van wat Intel processor graphics noemt: een in de processor-die geïntegreerde gpu die het grafisch werk voor rekening moet nemen. De DX10.1-gpu is evenmin geschikt voor gamen als de apu van AMD, maar zou wel voor multimedia geknipt zijn.