Intro
AMD heeft er na de introductie van de Athlon geen geheim van gemaakt op termijn een "budget"-versie van die processor uit te willen brengen. Deze ging eerst door het leven als "Athlon Select", daarna als "Spitfire" en uiteindelijk kwam men over de brug met de naam Duron. Deze naam moet een beeld oproepen van duurzaamheid, value-for-money en meer van dat soort marketing geleuter. Ons nuchtere tweakers gaat het echter om de harde prestaties, vandaar deze review.
Van ICP Nederland kreeg ik een Duron 650 MHz en een Gigabyte 7ZM te leen. Verder stelden zij twee Socket A koelers van Coolermaster en Spire beschikbaar. Al deze onderdelen zullen in deze review aan de orde komen.
Testverantwoording
De Duron nader bekeken
Zoals al gezegd is de Duron de budget-versie van de bekende Athlon, of beter gezegd, van de Thunderbird.
In feite is het enige verschil dat de de Thunderbird 256 kb Level-2 cache heeft en de Duron het moet doen met slechts 64 Kb. 192 Kb cache minder scheelt meteen een paar miljoen transistors, en dus kan de de core kleiner blijven en goedkoper gemaakt worden.
Verder zal de Duron nooit de kloksnelheid van de Thunderbird halen om onderlinge concurrentie te voorkomen.
Of zoals AMD het zelf zegt:
The AMD Duron processor is a derivative of the award-winning AMD Athlon processor and is designed to provide an optimized solution for value conscious business and home users. Employing an innovative design, the AMD Duron processor features a sophisticated cache architecture with 192KB of total on-chip cache; a high-speed 200MHz front-side bus, and a superscalar floating point unit with enhanced 3DNow!™ technology. The AMD Duron processor offers value conscious buyers access to technology and performance that stands out among other processors in its class. It reflects AMD's 30 years of design and manufacturing expertise and sales of more than 125 million PC processors.
Logischerwijze is het de bedoeling dat deze processor een grote concurrent wordt van de Intel Celeron. Om te beginnen heeft de Duron al een aantal grote voordelen:
Om het snelheidsverschil tussen processor en geheugenbus enigszins op te vangen maken alle moderne processors gebruik van zgn. Level 1 en 2 cache. Hierbij geldt: hoe groter en sneller, hoe beter.
De Celeron heeft 32 Kb L1- en 128 Kb L2-cache op de volledige processorsnelheid. De Duron doet met met maar liefst 128 Kb L1-cache en 64 Kb L2, eveneens op volledige processor-snelheid. Nu is dat verschil niet zo groot (slechts 32 Kb)
Echter: de Celeron gebruikt zogenaamde "inclusive" cache. Dat houdt in dat er altijd een kopie van de L1 cache in de L2 cache moet staan. Effectief kan de Celeron dus maar 96 + 32 Kb = 128 Kb cache gebruiken. De Duron heeft "exclusive" cache waarbij die voorwaarde niet geldt. Gevolg: de Duron kan de hele 196 Kb cache effectief gebruiken.

Om marketing-redenen houdt Intel de Celeron al sinds de eerste 266 MHz versie vast op een 66 MHz front side bus. Het is zelfs maar de vraag of de Celeron ooit nog op een 100 MHz FSB zal uitkomen.
AMD heeft de enige juiste keuze gemaakt en de Duron uitgebracht met een FSB van 100 MHz. Een logische move, omdat de Thunderbird op termijn naar een 133 MHz FSB moet gaan.
Zoals je in dit nieuwsbericht kunt zien is de Duron voorlopig belangrijk goedkoper dan de concurrentie: de 600 MHz versie is maar liefst 59% goedkoper dan een Celeron op dezelfde kloksnelheid. Over de Via/Cyrix III zullen we het maar helemaal niet hebben: die is nog goedkoper maar levert ook nogal bout-prestaties af (en dat is een understatement)
De Gigabyte 7ZM
Over een week of 2-3 liggen de Durons in Nederland in de winkel. En dan heb je meteen een probleem, want het zal een stukje lastiger zijn om aan een moederbord te komen (nee, je hebt geen deja-vu, het is echt zo)
Een groot aantal fabrikanten heeft al aangegeven de eerstkomende weken geen grote aantallen Socket-A borden te kunnen leveren. Ze zijn er dus al wel, alleen erg weinig. Om een idee te geven: het Gigabyte bord wat ik hier heb is waarschijnlijk het enige van dit type in Nederland. Collega Koen Crijns van Hardwareinfo.net had één van de drie MSI K7T Pro borden en zo zijn er nog wel meer voorbeelden. Begin augustus zou de levering goed op gang moeten komen, maar voorlopig is het afwachten (of mazzel hebben
)
Terug naar het testbord: de 7ZM. Enigszins tot mijn spijt is het een bord op Micro-ATX formaat: verwacht geen grote uitbreidingsmogelijkheden dus. Er volgt uiteraard ook nog een full-size ATX model.
Specs
Zoals je kunt zien heeft het bord "slechts" 3 PCI sloten en geen ISA, vrij normaal voor een Micro-ATX bord.
Het eveneens gebruikelijk AMR-slotje is onder het derde PCI-slot geplaatst, geen echt lekkere plek. Er is meer behoefte aan ruimte tussen het AGP-slot en het eerste PCI-slot: een beetje videokaart-koeler neemt al snel een paar centimeter in beslag. Op dit bord dus mogelijk het eerste PCI-slot: vrij kostbaar als je er maar 3 hebt.
Gunstig zijn wel de 3 fan-connectors voor zowel CPU, System als voeding, elk geschikt voor het monitoren het toerental.
De drie DIMM-banken kunnen elk modules tot 512 Mb aan; in totaal kan er dus 1,5 Gb geheugen op het bord geprikt worden.
De volledige specs kun je op de website van GigaByte vinden.
Tweakvoorzieningen
Het bord biedt (helaas) geen bijzondere tweakmogelijkheden. Nu staat Gigabyte sowieso niet bekend als een merk dat gericht is op overklokkers maar dit bord biedt zeer weinig voor de tweaker. Voltage tweaking is bijvoorbeeld niet aanwezig.
De FSB-instellingen die ter beschikking staan zijn 95/100/105/110/113/117/133
De ervaringen met de KX133-chipset hebben geleerd dat instellingen boven de 110 MHz niet altijd te halen zijn, en zo ook met de daarvan afgeleide KT133:
715 MHz (6.5x110) was rock-solid, maar op 113 en 115 MHz wilde Windows wel booten, maar het voelde toch niet echt lekker aan. Af en toe hing het systeem ineens. Overigens kon ik 113 en 115 MHz pas bereiken na een 300 Watt voeding geïnstalleerd te hebben.
Het instellen van de FSB gaat met vrij onhandige dipswitches. Dit systeem heeft als voordeel dat je niet hoeft te kunnen booten om verkeerde instellingen weer terug te zetten, maar verder vind ik het maar irritant. Om de instellingen te veranderen moet elke keer de PC uitgezet worden. Ik geef toch de voorkeur aan het BIOS-systeem dat het overgrote deel van de moederbordfabrikanten gebruikt.
Inmiddels is duidelijk geworden dat het vrij eenvoudig is de multiplier van de Duron/Thunderbird te veranderen. Het is zelfs makkelijker dan bij de oude Athlon: daar moest je de cartridge nog slopen om een Goldfinger Device (GFD) te kunnen plaatsen. Op de nieuwste Socket-A borden is het een kwestie van dipswitches of jumpers omzetten om je Duron of Thunderbird naar grote hoogten (800-900 MHz voor een Duron, boven 1 GHz voor een Thunderbird) op te jagen.
Spire MA324-15 en Coolermaster DP5-5G11
Bij het uit de verpakking halen van de koelers valt één ding meteen op aan de Spire: groot, erg groot.
De heatsink alleen is al dik 4,5 cm hoog. Gelukkig ligt de ventilator verzonken in de heatsink, zodat de hoogte op ruim 5 centimeter komt. De arme Duron verdwijnt volledig onder het koelblok. Het is maar goed dat AMD op de processor 4 kussentjes heeft aangebracht om het gewicht enigszins op te vangen. Dat gewicht valt overigens nogal mee: de koperkleur doet anders vermoeden maar de heatsink is gewoon van aluminium gemaakt.
De Spire had geen enkele moeite met het koelen van de Duron: de temperatuur lag op een constante 37 graden, zelfs na extreme belasting. De echte kwaliteiten van deze koeler beoordelen is moeilijk. Pas mogelijk als je je Duron grof gaat overklokken (zoals gezegd met dit moederbord onmogelijk) kan echt een oordeel gegeven worden over de de prestaties.
De Coolermaster DP5-5G11 is ongeveer de helft kleiner dan de Spire, maar levert desondanks goede prestaties.
Ook met deze koeler blijft de temperatuur op een constante 37-38 graden. De Coolermaster presteert dus nagenoeg gelijk aan de Spire, mede dankzij het feit dat de ventilator op 4800 toeren draait, 600 meer dan de Spire.
Benchmarks: deel 1
Bij het testen van hardware horen natuurlijk benchmarks, en daarvoor heb ik de volgende programma's gebruikt:
Madonion's 3DMark 2000 Pro
ZDNet CPUMark 99 en FPUMark 99
SiSoft Sandra 2000 Professional
Er is, voor zover mogelijk, getest op twee kloksnelheden: 650 (6,5 x 100) en 715 (6,5 x 110) MHz. In beide gevallen stond de memory clock ingesteld op 100 MHz.
3DMark 2000 CPU Mark
Omdat hier processor en moederbord getest worden is alleen de CPU-mark score van belang: bij deze test worden de laagst mogelijke instellingen gebruikt, zodat de bottleneck bij de processor komt te liggen, en niet bij de videokaart. Nu zal dat met een GeForce 2 niet zo snel gebeuren, maar toch 
Updated
Het is te zien dat de Pentium III in deze benchmark zwaar gehandicapt wordt door het moederbord met VIA 693A chipset. Op een Chaintech bord met i815 chipset werd een score bereikt van maar liefst 284 CPUMarks (SSE-optimized), waar de combinatie met het VIA bord niet verder komt dan 170.
Met Software T&L kwam de score op 215 vs. 130, eveneens een ernorm verschil. De Duron scoort daar ongeveer tussenin, met scores van respectievelijk 176 en 200, waarden waarvoor een budget-processor zich absoluut niet hoeft te schamen.
Het opvallende is dat de verschillen tussen Pentium III en Duron in de overige benchmarks niet zo groot zijn, en soms zelfs een voordeel voor de Duron opleveren. Maar dat wordt later duidelijk.
In deze review minder van belang, maar voor wie het wil weten: in combinatie met de Hercules Prophet II bereikte de Duron een maximale 3DMark score van 5166 (default benchmark)
De Pentium III 700 / i815 combinatie komt met dezelfde benchmark bijna 400 punten hoger, met een totaal van 5551.
De 50 MHz verschil in aanmerking genomen is het verschil te verwaarlozen: de Pentium III heeft een 7,5% hogere kloksnelheid en 7,4% hogere score.
SiSoft Sandra 2000 Professional
SiSoft Sandra is een programma dat af en toe steken laat vallen bij het herkennen van hardware (volgens Sandra had de Duron 1 Kb L2-cache en een core-voltage van 0,3
) maar dat ook een zeer bruikbare benchmark voor processor en moederbord bevat. De resultaten zie je in onderstaande grafiek.
Zoals verwacht scaled de Duron vrijwel linear ten opzichte van de Athlon 600. Op deze kloksnelheid is het voordeel van de full-speed cache nog niet echt merkbaar. Het prijsverschil (een Duron 650 is nog altijd goedkoper dan een Athlon "classic" 600) maakt de keuze wel zeer eenvoudig.
Verder valt op dat de Duron vrijwel gelijkwaardig presteert aan de Pentium III. De prestaties van de 650 MHz Duron liggen doorgaans zo'n 2-8% onder die van de 700 MHz Pentium III. Bij de multimedia benchmarks (3DNow!, SSE en MMX) is de Duron juist iets sneller. De naar 715 MHz overgeklokte Duron laat de concurrentie zelfs ver achter zich.
Omdat deze benchmark de pure processor-performance meet had het testen met het i815 moederbord geen effect op de resultaten.
De koe
Interessant voor de die-hard grazers onder ons die meedoen met de Dutch Power Cows: bij gebruik van Athlon optimized v2.8009-460-CTR-00060723 client haalt de Duron 650 bijna 2,27 MKeys/sec. Overgeklokt naar 715 MHz loopt dat op tot dik 2,42 MKeys/sec.
Benchmarks: deel 2
Voor het vergelijken van de scores op ZDNet's CPUMark99 en FPUMark99 heb ik deels gebruik gemaakt van AMD's reference benchmarks. Deze resultaten zijn afkomstig van een test met hetzelfde moederbord als dat ik ter beschikking heb: de Gigabyte7ZM.
In de CPUMark test wordt vooral het integer-gedeelte van de processor belast. Het is bekend dat de Athlon core op dit gebied superieur is aan de Pentium III kern, en dat is te zien: met uitzondering van het 600 MHz model zijn alle Duron's sneller dan de Pentium III.
Op het gebied van floating point berekeningen verliest de Intel processor minder terrein, maar ook dan is een gelijk geklokte Duron sneller.
Conclusie
De voorlopige conclusie is vrij voorspelbaar: voor een processor van deze prijs (het 650 MHz model kost rond de 370 gulden) biedt de AMD Duron ongekende prestaties. Er is geen enkele processor op de markt die zoveel value for money biedt en daarmee is AMD geslaagd in de opzet een goede low-end CPU in de markt te zetten.
De concurrentie (in de vorm van de Intel Celeron) wordt gehandicapt door de verouderde 66 MHz FSB en de kleinere cache. De Celeron is in de meeste gevallen moeiteloos over te klokken naar 850 MHz en meer, maar de prestaties blijven dan duidelijk achter. De tijden van een Pentium-prestaties voor een Celeron prijs zijn voorlopig voorbij.
Over de tweaking-aspecten kan ik nog weinig zeggen: het moederbord liet dat helaas niet toe. De maximale door mij bereikte stabiele snelheid (715 MHz) kostte de Duron geen enkele moeite. Ook met een 115 MHz FSB (748 MHz) had de Duron geen problemen.
De berichten elders op het Internet over het tweaken van de Duron zijn veelbelovend:
Bij Tomshardware.com haalden alle Durons (4 stuks) de 900 MHz. Uiteraard zal Tweakers.net trachten zo snel mogelijk de hand te leggen op een moederbord dat het mogelijk maakt de multiplier te veranderen.
Verder kan de Duron in een dual-processor configuratie gebruikt worden: het wachten is alleen nog op een moederbord. Naar verwachting zal in het derde kwartaal de 760MP/770-chipset uitkomen waardoor er eindelijk Dual-Athlon en -Duron systemen mogelijk zijn. Als met zo'n bord dan ook nog eens lekker getweaked kan worden zou het wel eens een hele lekkere herfst kunnen worden. Ik zie een dual Duron @ 900 MHz in ieder geval wel zitten.
Tja, en nu de beoordeling. Eerlijk gezegd heb ik geen enkel zwak punt aan de Duron kunnen ontdekken. Hell, ik vraag me zelfs af waarom je uberhaupt nog een andere processor zou kopen als je op zoekt bent naar een nieuw systeem. Ook AMD's eigen Thunderbird (of "256 Kb enhanced Athlon", zoals AMD hem zelf noemt) komt qua prijs-prestatie verhouding niet in de buurt. De Celeron II is, hoewel vaak ver over te klokken, langzamer en de snelheidswinst die de Pentium III biedt kan de veel hogere prijs niet rechtvaardigen.
Als ik de overklokbaarheid van de Duron zelf aan de tand had kunnen voelen was er mogelijk een 100%-award uitgerold, nu wil ik het houden op een nog altijd aanzienlijke score van 90%
Gigabyte 7ZM
Het Gigabyte moederbord doet precies waar het voor gemaakt is: stabiel en vlot draaien. Wat dat betreft is er niets op aan te merken. Ook de hardware-monitoring faciliteiten zijn goed voor elkaar: er zijn 3 fan-connectors aanwezig en sensoren voor het meten van de temperatuur van processor en systeem.
Het Micro-ATX formaat zorgt ervoor dat de uitbreidingsmogelijkheden matig zijn: met 1 x AGP, 3 x PCI en 1 x AMR moet je het doen. Natuurlijk is het de bedoeling dat je met behulp van de onboard-audio en het AMR slot geen losse modem en geluidskaart nodig hebt, maar voor de ware power-user is dat meestal geen optie.
De combinatie 235 Watt-voeding en GeForce (2) bleek ook dit keer geen succes. Het systeem hing direct bij vrijwel elke 3D-toepassing. Ondanks het feit dat de Duron zelf niet zo hongerig is, is een 300 Watt-voeding toch wel aan te raden voor een stabiele werking.
De 7ZM biedt helaas geen mogelijkheden voor multiplier-tweaking, maar via het aanpassen van de FSB-snelheid is wel wat winst te behalen. Met een maximale stabiele FSB van 110 MHz bevindt de 7ZM zich ongeveer in het middenveld van de KX133/KT133 borden.
Misschien dat latere revisions ook op een hogere FSB rock-solid blijven.
Al met al voldoende voor een Tweakers.net 70%-award. Een prijs is op dit moment nog niet bekend, maar reken rond de 350 gulden.
De koelers
Zowel de Spire als de Coolermaster koeler doen hun werk goed. De geluidsproductie is zeer aanvaardbaar en de temperatuur van de processor wordt rond de 37 graden gehouden. Beide hebben weinig moeite met de Duron, die op 650 MHz en met 0.18 micron/1.5 Volt-techniek natuurlijk geen grote warmloper is. De ware capaciteiten van deze twee koelers zullen pas naar voren komen als de snelheden tot boven de 800 MHz oplopen.
Vooruitblik
Eerder in het verhaal heb ik het al eens aangegeven: de Duron moet over een week of 2-3 in de winkel te krijgen zijn. Zoals het er nu naar uitziet zijn er op dat moment nog niet voldoende moederborden beschikbaar. Bovendien is er nog wat onduidelijkheid over de komst van SocketA->SlotA converters en moederborden met mogelijkheid voor het tweaken van de multiplier. Het is naar mijn mening het verstandigst nog een paar weken te wachten met het kopen van een Duron. Met wat geluk kun je in augustus voor nog geen 400 gulden een processor kopen die met gemak 900 MHz draait en op die snelheid bijna net zo goed presteert als één die vier maal zo duur is.
Tot slot
Hierbij wil ik Paul Hubert van ICP Nederland bedanken die Tweakers.net op zeer korte termijn zijn (unieke) hardware ter beschikking wilde stellen.