Uit cijfers is gebleken dat in de Europese Unie (EU) in 2003 1,93 procent van het bruto nationaal product is uitgegeven aan onderzoek en ontwikkeling. In de Verenigde Staten van Amerika en in Japan lag dit percentage op respectievelijk 2,59 en 3,15 procent. Verschillende Aziatische landen, waaronder China, investeren steeds meer in onderzoek en ontwikkeling waardoor ze op termijn de EU voorbij zullen streven qua investeringen. De Unie had zichzelf in 2000 in Lissabon ten doel gesteld om 's werelds meest concurrerende en dynamische kenniseconomie te worden. Om dat doel te bereiken was onder meer afgesproken om minstens 3 procent van het bruto nationaal product aan onderzoek en ontwikkeling uit te geven in 2010. Zoals het er nu uitziet zal dit doel niet gehaald worden, waardoor de EU de mogelijkheid zal verliezen om de leidende kenniseconomie te worden, aldus Janez Potočnik, de Europese commissaris voor Onderzoek en wetenschap.
Door verschillende redenen is de Europese Unie tussen 1997 en 2002 een minder interessante plaats geworden om te investeren in onderzoek en ontwikkeling. Europese bedrijven hebben namelijk in de VS meer geïnvesteerd, namelijk 54 procent, dan Amerikaanse bedrijven in Europa, te weten 38 procent. Om deze stagnatie tegen te gaan, wordt veel verwacht van het Framework 7-onderzoeksprogramma, de opvolger van Framework 6. Als dit nieuwe programma uitgevoerd gaat worden, zal de European Research Council opgericht worden. Deze raad zal zich bezig moeten gaan houden met het financieren van onderzoek. Dit zou als gevolg moeten hebben dat de kwaliteit van de onderzoeken toeneemt en dat er meer duidelijkheid komt over waar onderzoeksgelden aan besteed worden. De ERC is gemodelleerd naar een tweetal Amerikaanse onderzoeksorganisaties.