De overheid van de Verenigde Staten heeft een deel van de Patriot Act teruggenomen, waardoor voortaan geen uitleengegevens bewaard hoeven worden door bibliotheken. Hoewel president Bush gedreigd had om zijn veto uit te spreken over de verandering van de wet, stemde 238 Congresleden voor het voorstel en 187 leden tegen. Vorig jaar werd ook al geprobeerd om deze wet aan te passen, die in alle haast werd aangenomen na de aanslagen van elf september 2001. Dit jaar werd de aanpassing afgeslankt, zodat hij deze keer wel werd aangenomen. De verandering zit erin dat men nu nog wel mag kijken naar het internetgedrag in bibliotheken, wat in het wijzigingsvoorstel van vorig jaar wel geschrapt zou worden.
Tegenstanders van de Patriot Act-wetgeving noemden deze stap “een kolossale overwinning, die belangrijke grondwettelijke rechten teruggeeft aan het Amerikaanse volk.” Op hetzelfde moment is het ministerie van Justitie bezig met het lobbyen voor een wet die providers verplicht om bij te houden wat hun klanten online doen. Deze stap is opvallend, omdat tijdens de aanname van de Patriot Act, die op andere gebieden wel veel data over het gedrag van burgers verzamelt, de regering Bush zich nog sterk uitsprak tegen het opslaan van internetdata door providers. Het is voor de politie nu al mogelijk om informatie op te vragen bij providers, maar omdat deze de gegevens meestal niet bewaren wordt er vaak achter het net gevist.
Op dit moment is het in de V.S. niet verplicht om logs te bewaren van de virtuele activiteiten van surfers. Justitie wil hier verandering in brengen en denkt hierbij aan een bewaarperiode van twee maanden. In april dit jaar hielden ambtenaren van het ministerie een ontmoeting met providers en het National Center for Missing and Exploited Children. Met name deze laatste organisatie benadrukte het belang van het opslaan van dergelijke gegevens in de strijd tegen kinderporno. In Europa moeten de logs wel bewaard worden voor een duur van tussen de een en twee maanden.
Op ons eigen continent is men op dit moment in discussie over het bewaren van data over telefoon- en internetverkeer. Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Zweden zijn van mening dat dit soort gegevens een jaar bewaard moeten blijven. Alexander Alvario is echter van mening dat dit plan in strijd is met de mensenrechten. Op zeven juni stemde het Europese Parlement tegen het plan van de vier landen, het is echter maar de vraag of de Raad van Ministers deze stemming overneemt.