In augustus 2003 werd Microsoft veroordeeld tot het betalen van 521 miljoen dollar aan het bedrijf Eolas Technologies voor het gebruik van een gepatenteerde techniek. Na een aantal andere rechtzaken en onderzoeken van het Amerikaanse patentbureau, wordt het probleem nu in een nieuwe rechtzaak wederom behandeld, zo meldt eWeek. Eolas zou patent hebben op het gebruiken van plugins en externe applicaties in internetpagina's. Het eiste daarom twee jaar terug 1,47 dollar voor iedere versie van Windows voorzien van Internet Explorer die tussen november 1998 en september 2001 verkocht was. In de zomer van 2003 werd dit bedrag toegekend aan het bedrijfje.
Microsoft was echter van mening dat deze techniek al gebruikt werd voordat het patent in 1998 aangevraagd was door de University of California in Berkeley en dat het patent dus helemaal niet geldig was. Na de uitspraak kwamen ook het W3C, de beheerder van veel internetstandaarden, en veel andere organisaties er achter dat de wijzingen die nodig waren op het patent te omzeilen het internet stevig zouden ontwrichten. Deze groep heeft daarom in september 2003 om een nieuw onderzoek naar het patent gevraagd.
Ondertussen was Microsoft in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak en begin 2004 werd in deze zaak uitspraak gedaan. Het oordeel van de rechter was wederom hetzelfde: de softwaregigant moest 521 miljoen dollar betalen. Omdat er echter onderzoek werd gedaan naar de geldigheid van het patent, mocht het wijzigen van de code van Internet Explorer uitgesteld worden tot de resultaten van dit onderzoek bekend waren. In maart en augustus van 2004 kwamen tussenresultaten van dit patentonderzoek naar buiten en in beide gevallen werd gemeld dat het patent waarschijnlijk niet geldig was.
Afgelopen woensdag heeft het Amerikaanse districtsgerechtshof een nieuwe rechtzaak geopend, omdat het van mening is dat in de voorgaande zaken belangrijke informatie niet is meegenomen. Het gaat hier om de bewijzen die Microsoft heeft om aan te tonen dat het hele patent niet geldig is. Voor de patentaanvraag zou er namelijk al een browser geweest zijn die deze techniek gebruikte. Pei-yuan Wei en zijn collega's bij O'Reilly & Associates werkten voor 1998 al aan een browser genaamd Viola en deze kon ook al over weg met plugins en externe applicaties.
Dat deze informatie dit keer wel meegenomen wordt, lijkt positief voor Microsoft. Het feit dat het bedrijf al twee keer eerder werd veroordeeld, is echter geen goed voorteken aldus verschillende advocaten die gespecialiseerd zijn in rechtzaken over patenten. De softwarereus zal dus succesvol moeten aantonen dat Mike Doyle, de 'bedenker' van de techniek, niet de eerste was en dat hij afwist van het bestaan van de techniek in de browser Viola. Een definitieve uitspraak van het patentbureau zou hierbij een doorslaggevende factor kunnen zijn.