Na de release van Solaris 10 op 1 februari was het wachten op een goede review van de nieuwe versie van dit besturingssysteem. De mensen van Mad Penguin hebben Solaris uiteindelijk onder handen genomen en daar een uitgebreid artikel over geschreven. Stap voor stap wordt er door de veranderingen en verbeteringen van de nieuwe versie van het besturingssysteem van Sun heengegaan. Solaris werd vaak traag genoemd, waardoor het door sommigen spottend 'Slowaris' werd genoemd. Volgens de reviewers is daar met de nieuwe versie van dit besturingssysteem niks meer van te merken. De eerste bètaversies die door de reviewer bekeken zijn, startten traag op. Dit is in Solaris 10 Final opgelost.
Na het installeren van het systeem krijgt men een inlogvenster voor zich waar men kan kiezen tussen de oude Common Desktop environment (CDE) en het nieuwere Java Desktop System (JDS) 3. De reviewer is erg te spreken over het JDS, alhoewel hij minder te spreken is over bijvoorbeeld de gekozen mediaspeler. Verder worden de nieuwe features DTrace (een door middel van scripts aanpasbare tool om gegevens over het systeem te verkrijgen), Zones en het Service Management Framework (SMF) beschreven. Zones zijn beschermde omgevingen waarbinnen één of meerdere applicaties kunnen draaien. Het lijkt op de mogelijkheden die virtualisatiesoftware als Xen en VMware bieden, maar de Zones delen wel de kernel waardoor de beveiliging minder is. Het SMF is de langverwachte opvolger van de, onderhand verouderde, SysV-initscripts. Het SMF heeft XML-uitbreidingen aan boord waarin duidelijk omschreven staat waar bepaalde daemons afhankelijk van zijn en welke daemons gestart moeten zijn om andere te laten starten.
Een van de interne onderdelen die volgens de reviewer aan verandering toe was, is de netwerkstack. Deze schaalde erg slecht bij meerdere processors. Sun heeft bij deze versie van Solaris de netwerkstack volledig herschreven en het FireEngine genoemd. Daarnaast is er een belangrijke verandering doorgevoerd op het gebied van de x86-ondersteuning. Door de stap van Sun om AMD Opteron-systemen te gaan leveren, is de ondersteuning van de x86-architectuur behoorlijk verbeterd. De x86-variant van Solaris 10 is nu qua snelheid gelijk aan de andere varianten. Door het open source maken van Solaris 10 zal deze ondersteuning ook niet snel veranderen. Naast de genoemde veranderingen zijn er ook voor ontwikkelaars de nodige zaken veranderd, de reviewer noemt zaken als mdb, libumem en het eerder beschreven DTrace.
Naast deze positieve veranderingen vallen ook een aantal negatieve punten op: de installatieprocedure is dusdanig complex dat deze niet voor iedereen geschikt is. Naast de complexiteit worden onder meer het opnieuw opstarten van het systeem tijdens de installatieprocedure en het lange wachten op het inladen van een nieuwe cd als negatieve punten aangemerkt. Ook het gebrek aan hardwareondersteuning (audiodrivers zijn spaarzaam aanwezig en exotische hardware wordt niet ondersteund) wordt als negatief punt naar voren gebracht, ondanks dat de reviewer verwacht dat dit zal gaan verbeteren zodra de open-sourcevariant van Solaris (OpenSolaris) beschikbaar komt. De schrijver van het artikel besluit zijn stuk met de mededeling dat Solaris 10 voor iedereen die gewend is om te werken met de verschillende Unix-smaken (BSD, Linux et cetera) het proberen waard is, ondanks dat er tegen de nodige verschillen aangelopen zal worden.