Intels topman Craig Barret en zijn aanstaande opvolger Paul Otellini hebben in een jaarlijkse presentatie voor analisten de algemene strategie van het bedrijf voor de komende paar jaren besproken. Twee belangrijke aandachtspunten die steeds weer terugkomen in de presentatie zijn zuinigheid en features. De verhouding tussen prijs, prestaties en watts staat inmiddels in het middelpunt van ieder nieuw productontwerp. De verkoopcijfers wil men laten stijgen door de zogenaamde 'platformization' van de producten. Hierdoor wordt de aandacht van klanten niet meer iedere paar maanden gevestigd op een 5% snellere processor, maar een keer per jaar op een nieuwe generatie technologie waarbij ook de chipset en andere features om de processor heen belangrijk zijn. Dit concept heeft al veel succes gehad op mobiel gebied, en zal volgend jaar ook op desktops worden toegepast in het kader van digital home.
Mobiel
Het notebooksegment is op dit moment Intels grootste groeimarkt. Het zal niet lang meer duren voor deze de markt voor desktops over al ter wereld gaat overschaduwen. Dit jaar werd er maar liefst 70% groei geregistreerd, waardoor er in Europa al een einde is gekomen aan de periode waarin de meeste nieuwe processors desktopchips waren. Men verwacht dat de mobiele markt nog zeker tot en met 2008 meer dan 10% per jaar groter zal worden, en dat mobiele processors dus binnen een paar jaar definitief de populairste producten van Intel zullen worden. Op dit moment wordt maar liefst 90% van de Centrino-notebooks voorzien van een 90nm Dothan-processor, maar alles is nog steeds gebaseerd op het originele platform van Banias. Daar komt binnenkort verandering in.
In het eerste kwartaal van komend jaar zal het bedrijf het Sonoma-platform introduceren, waarmee de Pentium M een flinke upgrade krijgt. Niet alleen qua performance (de FSB gaat van 400 naar 533MHz, het geheugen van single-channel DDR400 naar dual-channel DDR2-533), maar ook qua features (zaken als PCI Express en HD Audio). Er worden meer dan 150 verschillende Sonoma-notebooks verwacht. Ongeveer een jaar later is het de beurt aan het Napa-platform, opgebouwd rond de 65nm dual-core Yonah-processor, de Calistoga-chipset en optionele 3G- / WiMAX-features. De processor zou recentelijk voor het eerst in actie te zien geweest zijn, slechts een week nadat de eerste exemplaren uit de fabriek werden geleverd. Het doel voor Napa is om de gebruiker 50% betere prestaties te geven en tegelijk 25% zuiniger te zijn. Eind 2006 zou meer dan 70% van de verkochte notebooks een dual-coreprocessor aan boord moeten hebben.

Desktops
Op dit moment is ongeveer 80% van Intels desktopchips gebaseerd op de 90nm Prescott-core, waarvan er in totaal al meer dan vijftig miljoen zijn geleverd. Begin volgend jaar zal de helft van chipsetleveringen bestaan uit Grantsdale-varianten. Hoewel het huidige platform binnenkort een (laatste?) upgrade krijgt in de vorm van Pentium 4 6xx-serie is er ook een compleet nieuw platform onderweg met de codenaam Lyndon. Dit is gebouwd rond de dual-core Smithfield-processor, waarvan bevestigd wordt dat deze ondere andere voorzien zal zijn van 64-bits extenties, 2MB cache en EIST. De bijbehorende chipsets zijn waarschijnlijk Lakeport en Glennwood. Ook Smithfield zou al twee keer zijn getoond.
Het doel is om het vermogen dat opgenomen wordt door desktopprocessors terug te brengen naar minder dan 60 Watt, grofweg de helft van het huidige topmodel. Op welke termijn dit bereikt zal worden is niet duidelijk, maar volgend jaar lijkt in ieder geval erg onwaarschijnlijk. Meer kans heeft het voor 2006 geplande Bridge Creek / Averill-platform, gebaseerd op een 65nm dual-coreprocessor met ondersteuning voor Vanderpool Technology (VT) en LaGrande Technology (LT) voor respectievelijk virtualisatie en beveiliging. Net als op mobiel gebied denkt Intel ook voor desktops dat meer dan 70% dual-core zal zijn tegen het einde van 2006.
De aandacht ligt dus duidelijk op dual-core; de laatste single-coreprocessor van het bedrijf - de 65nm Cedar Mill - wordt niet eens genoemd in de presentatie. Wél is er een slide waarop de geannuleerde Tejas-core voorbij komt. Onderstaande afbeelding toont weliswaar niet de echte chip (het is gewoon een iets verkleinde versie van de Willamette-afbeelding), maar suggereert wel dat het een relatief enorme plak silicium geworden zou zijn, zeker drie keer zo groot als Prescott. Mogelijk overdrijft Intel hier gewoon om een punt te maken, maar de vraag wat men van plan was met Tejas komt wel weer even opnieuw naar boven borrelen.

Servers
Over servers valt eigenlijk het minste nieuws te vertellen. Een interessant feit is wel dat er de afgelopen zes maanden meer dan een miljoen Xeons met EM64T geleverd zijn, waardoor er nu al drie keer zoveel 64-bits Xeons in het veld staan als Opterons. Financiëel gezien heeft de serverafdeling van het bedrijf een goed jaar meegemaakt: er werden 20% meer processors verkocht met een gemiddelde prijs die 20% hoger lag dan vorig jaar. Omdat de Xeons over het algemeen gebaseerd zijn op de Pentium 4-cores is er over de processors niet veel extra te melden, maar de chipsets gaan wel enkele interessante nieuwe features leveren, zoals iAMT voor systeembeheerders, FB-DIMM-geheugen en 'I/O packet acceleration' (mogelijk een TCP/IP-versneller zoals Sun en IBM in hun processors willen bouwen).
Ook verwacht Intel dat dual-core in de servermarkt sneller zal aanslaan dan op mobiel- en desktopgebied. Meer dan 85% van de serverprocessors zou tegen het einde van 2006 twee of meer cores hebben. Over het Whitefield-project (volgens geruchten een multi-core Xeon gebaseerd op de Pentium M) wordt geen woord losgelaten, en informatie over de huidige en toekomstige Itaniums was al bekend.