Toms Hardware Guide kreeg de laatste dagen met verschillende heethoofden te maken. Het ging echter niet om boze users, maar om een test van vijf verschillende processorkoelers voor Socket 775-chips. Naast Intels boxed koeler werden ook een ventilator met heatsink van Thermaltake, namelijk de Jungle512, een Coolermaster, een Titan en een EKL op het rooster gelegd. Opvallend is dat de koelers allemaal sterk op elkaar lijken en hoofdzakelijk Intels referentieontwerp volgen. Dit kan verklaard worden doordat Intel stelt dat de koeler niet alleen de processor van verse lucht moet voorzien, maar ook de omliggende moederbordcomponenten moet verfrissen. Dit is geen gemakkelijke opgave, zodat de producenten de gemakkelijkste weg kiezen en Intels voorbeeld volgen.
Eerst worden de vijf koelers afzonderlijk even belicht, met aandacht voor materiaalkeuze, afscherming van de ventilator, afmetingen en de moeilijkheid van het monteren. Daarna werden alle systemen echter ingebouwd voor het echte werk. Het testsysteem bestond uit een Pentium 4 560-processor op 3,6 GHz met 512MB geheugen op een Abit AS8-moederbord. Vervolgens werd er getest met automatische regeling van het toerental op basis van belasting en zonder deze automatische regeling. Tot slot werd de geluidsproductie gemeten bij een maximaal toerental.
Hieruit blijkt dat de prestaties heel dicht bij elkaar liggen, wat te verklaren is door hun gelijkaardige vormgeving. De enige uitzondering is de Titan-koeler die dankzij zijn lage toerental heel stil blijft tijdens maximale belasting. Over het algemeen blijkt de Intel boxed koeler een uitstekende keuze te zijn wanneer de meegeleverde koelpasta gebuikt wordt. Wanneer alternatieve pasta aangebracht wordt, blijft de boxed koeler ergens halverwege het peloton steken. De reviewer besluit dan ook dat gebruikers die momenteel de boxed koeler gebruiken eigenlijk geen reden hebben om hiervan af te stappen. Wie echter toch naar vervanging op zoek gaat, kan uit budgettair oogpunt het best kiezen voor een EKL of een Coolermaster.