Bij Hexus heeft men zich ondergedompeld in alle details van de Corsair Hydrocool 200EX. Dit systeem voor waterkoeling is de opvolger van de Hydrocool 200, en dat is duidelijk merkbaar. Met slechts enkele aanpassingen hier en daar is dit eerder een gereviseerde versie dan een nieuw model. Uiterlijk is er aan de behuizing van pomp, reservoir en radiator quasi niets veranderd. De enige wijziging die zichtbaar is van buitenaf zit in een stoffilter voor beide ventilatoren. De eenheid is met zijn 35cm lengte, 16cm hoogte en 16cm breedte amper groter dan een schoenendoos en dankzij het handvat bovenaan ook makkelijk mee te nemen. Het reservoir is bereikbaar door middel van het openen van een eenvoudige schroefdop bovenaan, zodat bijvullen een fluitje van een cent is. De unit is dan ook niet zozeer bedoeld voor de die-hard overclocker die alle afmetingen en pompen op elkaar wil afstellen.
Ideaal voor de beginnende tweaker die geen risico's wil lopen, zijn de zelfafsluitende koppelingen. Waterleidingen kunnen dankzij deze systemen aangesloten en afgekoppeld worden zonder dat er een druppel water verloren gaat. Nadat men de buitenkant grondig geïnspecteerd had, ging men over tot een onderzoek van de ingewanden. Deze zijn bereikbaar na het verwijderen van vier schroeven en de afdekkap. Binnenin springt meteen de radiator met 120mm-ventilator in het oog. Daarnaast vinden we de pomp met een debietmetertje en helemaal rechts heeft het reservoir zijn plaatsje gevonden. De fan is overigens beduidend stiller dan zijn voorganger in de Hydrocool 200. De pomp draait op 12V en is in staat 450 liter per uur te versluizen. Het debietmetertje heeft enkel een visuele functie maar kan niet gebruikt worden om de doorstroomsnelheid efficiënt te meten.

Na alles netjes dichtgeschroefd te hebben komt men bij de kit in het algemeen, en is men minder positief. In de doos vindt men alleen aansluitingen voor Socket A en Socket 478; trotse bezitters van een Athlon 64 blijven in de kou staan. Wel kunnen zij een extra aansluitingskit aanschaffen, maar het was beter geweest als deze standaard meegeleverd werd. Verder zitten in de doos enkele hulpmiddelen, zoals een product om aan het water toe te voegen, een molexkabeltje, een seriële kabel en een korte handleiding. Voor de volledige handleiding is men op een pdf-bestand aangewezen. Het koelblok ziet er op het eerste gezicht niet uit alsof deze in staat is om 200 watt aan warmte af te voeren, via zijn reeds bevestigde slangen met een lengte van anderhalve meter en een diameter van ongeveer één centimeter. Om dit koelblok op een Socket 478-moederbord te monteren hoeft men het bord echter niet te verwijderen.
Met eenvoudige clips aan het blok kan dit eenvoudig op de processor vastgezet worden. Een installatie op een Socket 462 is zo mogelijk nog makkelijker. In dat geval wordt het blok door middel van een clip gewoon aan de ZIFF-aansluitingen bevestigd. Het koelblok is, in tegenstelling tot zijn voorganger, netjes afgevlakt en heeft bovendien talrijke microkanaaltjes om het water optimaal in contact te brengen met de oppervlakte. Eenmaal alles netjes gemonteerd moet de pomp natuurlijk nog voorzien worden van stroom. Dankzij de meegeleverde molex wordt deze stroom afgetapt van de computervoeding. Een tweede draadje loopt van het processorblok naar de Hydrocool 200EX om informatie omtrent de temperatuur weer te geven. Corsair benadrukt echter zelf dat het niet de eigenlijke CPU-temperatuur is die weergegeven wordt maar dat deze altijd zowat twintig tot vijfentwintig graden hoger zal liggen.
Om te verzekeren dat de waterkoeling onmiddellijk samen met de computer start wordt de powerknop van het systeem ook verbonden met de waterkoeling. Alle informatie wordt aan de eenheid doorgegeven via een seriële kabel. Daarvoor wordt een pci-plaatje meegeleverd waar bovendien twee gaten in voorzien zijn om de waterslangen doorheen te leiden. De koeling is voorzien van een alarm, kan temperaturen weergeven in graden Fahrenheit of Celsius en de gebruiker kan zelf een temperatuur instellen waarbij de pc automatisch afgesloten moet worden.
Eenmaal alles aangesloten en operationeel was, iets wat overigens minder dan een uur duurde, ging men over tot het testen van de koelingscapaciteit van het systeem. Daarvoor werd een Pentium 4 Prescott gebruikt die zijn werk aan 3,4GHz doet. In alle tests zit de setup van Corsair merkelijk enkele graden onder de Zalman CNPS 7000-Cu waarmee hij vergeleken wordt. In turbomode haalt de setup nog een tweetal graden minder dan de temperaturen die in stille mode gehaald worden. Het is duidelijk dat Corsair aandacht besteed heeft aan de opmerkingen die gemaakt werden over de Hydrocool 200. De setup is niet alleen stiller geworden, hij heeft ook stoffilters en er zijn koelblokken voor de Northbridge en grafische kaart beschikbaar. De grote troef van de Hydrocool 200EX ligt echter in het gebruiksgemak. Installeren en aansluiten is immers binnen het uur gebeurd. Grootste minpunt is dan weer het ontbreken van koelblokjes voor de Athlon 64 in het standaardpakket.
