Gisteren meldden wij dat uit SCO's tweede antwoord op IBM's aanklacht was gebleken dat het bedrijf de grondwettelijke basis van de GPL niet langer betwijfelde. In een interview heeft Blake Stowell, woordvoerder van SCO, laten weten dat dit niet klopt. Volgens Stowell beweert SCO nog steeds dat de GPL onwettig is. Hij onderbouwt dit met enkele stukken uit het antwoord van SCO. Zo blijkt dat SCO beweert dat the GPL is unenforceable, void and/or voidable, dat the GPL is selectively enforced by the Free Software Foundation (...) en verder dat IBM's claims are barred or pre-empted, in whole or in part, by the laws of the United States. Volgens Stowell betekent dit dat SCO nog steeds beweert dat de GPL ongrondwettelijk is. Hij geeft echter wel toe dat deze bewering in deze rechtszaak niet meer van belang is. Het is dan ook opvallend dat SCO er alles aan doet om vol te houden dat de GPL wel ongrondwettig is.
Tom Carey, werkzaam bij juristenkantoor Bromberg & Sunstein LLP, reageert in een artikel bij eWeek op deze standpunten van SCO. Volgens hem is de bewering onjuist dat de Free Software Foundation (FSF) selectief bezig is om ervoor te zorgen dat de GPL op de juiste manier nageleefd wordt. Verder vindt hij SCO's aanvallen op de GPL een soort 'wanhoopsdaad' omdat ze niet gebaseerd zijn op voldoende feiten. Stacey Quandt, analist bij Quandt Analysts, beaamt dit. Zij trekt de vergelijking met Microsoft dat ooit heeft beweerd dat open-sourcesoftware 'on-Amerikaans' zou zijn. De conclusie die getrokken kan worden is dat ondanks SCO's pogingen om de ongrondwettelijkheid van de GPL aan te tonen de tegenstanders zich afvragen of dit nog wel een discussiepunt is gezien het bewijs dat zij hebben tegen deze stelling.