Andreas Stiller, de processorgoeroe van c't magazine, heeft verslag gedaan van zijn bezoek aan de AMD Tech Day in het hoofdkwartier van AMD te Sunnyvale. Op de Tech Day discussieerden AMD's Dirk Meyer en Fred Weber met een paar uitgenodigde vertegenwoordigers van de pers over de Hammer-processors in het bijzonder en de voor- en nadelen van 64-bit in het algemeen. Dirk Meyer heeft zich in het verleden bewezen als mede-ontwikkelaar van de DEC Alpha 21264 en de AMD K7. Tegenwoordig heeft hij een zetel in het management van AMD. Meyer gaf toe dat AMD de te verwachten problemen bij de implementatie van Silicon On Insulator-technologie (SOI) rijkelijk heeft onderschat. Het in januari aangekondigde samenwerkingsverband tussen IBM en AMD zal officieel alleen betrekking hebben op de ontwikkeling van 65 en 45 nanometer productietechnologie. IBM heeft als één van de grondleggers van SOI-technologie al veel ervaring met het ontwikkelen en produceren van SOI-chips. Het is daarom vrijwel zeker dat de SOI-specialisten van IBM inmiddels aan de slag zijn gegaan bij AMD om de Hammer-processors te optimaliseren voor SOI-productie.
De problemen die kunnen ontstaan bij het overschakelen van bulk silicon naar SOI worden goed uitgelegd in de posts van David Wang en Paul DeMone op het forum van RealWorld Technologies. De grote verschillen tussen SOI en bulk silicon zorgen ervoor dat bepaalde type circuits, die wel optimaal presteren in bulk silicon, opeens slecht opschalen in SOI. Bij leading-edge ontwerpen, zoals de processors van AMD, zijn veel circuits hevig geoptimaliseerd voor de technologie waarop zij geproduceerd worden. Dit betekent dat AMD waarschijnlijk een groot aantal aanpassingen moet maken om de Hammer-cores geschikt te maken voor SOI-productie. Het is goed mogelijk dat er inderdaad geen problemen zijn met de productie van SOI-wafers, zoals AMD beweert, maar dat slechte binsplits als gevolg van speedpath-problemen de werkelijke reden zijn voor de nog steeds lage kloksnelheden van de Hammer-processors.
AMD is optimistisch gestemd over de wijze waarop de servermarkt zich in de komende jaren zal ontwikkelen. Volgens onderzoeksbureau IDC zal het marktaandeel van de dominante x86-architectuur in de komende jaren blijven groeien. De verkoopaantallen van RISC-processors zullen ongeveer gelijk blijven, hoewel het marktaandeel wel iets zal afnemen. IDC verwacht een gestage groei van het marktaandeel van de Itanium. In 2006 zal het marktaandeel ongeveer 5,5 procent zijn, tegenover 10 procent voor de RISC-architecturen en 84 procent voor x86-compatible processors. Voor AMD betekent het goed nieuws, aangezien het bedrijf de Opteron tegenover de Xeon wil positioneren en met het bieden van 64-bit features en 32-bit backwards compatibiliteit tegelijkertijd de Itanium-architectuur minder aantrekkelijk wil maken.
Evenals The Inquirer legt Andreas Stiller de oorzaak van de uitgestelde Athlon 64-release mede bij het uitblijven van een 64-bit Windows-versie. De redenatie is vreemd omdat AMD altijd heeft beweerd dat de Opteron en de Athlon 64 geen 64-bit besturingsyssteem nodig hebben om te kunnen presteren. Mogelijk streven AMD en Microsoft naar een maximale uitbuiting van de marketingmogelijkheden die een gecombineerde lancering van de Athlon 64 en Windows XP 64-bit Edition bieden. In ieder geval is het geen prettige situatie om afhankelijk te zijn van een releasedatum van een Microsoft-product. Die willen immers nog wel eens te laat op de markt komen. Intel kan hier inmiddels over meespreken. Dit voorjaar komt er na lang wachten eindelijk een IA-64-versie van Windows Server. Volgens bronnen bij Intel is het verre van zeker zijn dat de x86-64 versie Windows Server 2003 nog dit jaar zal verschijnen.

Freb Weber meldde op de Tech Day dat 64-bit compileroptimalisaties van AMD inmiddels een gemiddelde winst van 10 procent opleveren in de SPEC CPU 2000 benchmark. Niet alle onderdelen van de SPEC-suite profiteren van 64-bit optimalisaties. Minstens één onderdeel is trager door het intensieve gebruik van pointers. Deze consumeren meer geheugen in 64-bit modus en zijn daardoor trager. Enkele weken geleden waren op de Duitse site Pro Linux voor korte tijd resultaten bezichtigen van NBench op gelijk geklokte Athlon XP en Athlon 64 processors. In 32-bit modus waren er nauwelijks verschillen tussen de Athlon XP en de Athlon 64, wijzend op de feit dat NBench geheel in L1 cache kon draaien. In 64-bit modus was de Athlon 64 in sommige onderdelen van de benchmark tot wel 50 procent sneller. In realworld applicaties hoeven we dergelijke verschillen niet te verwachten. Een programma dat niet beïnvloedt wordt door factoren van buitenaf, zoals vertragingen door het minder snelle L2 cache geheugen en het ronduit stropige DRAM, zal logischerwijs ook meer profijt hebben van de extra general purpose registers van de x86-64-instructieset.