Terwijl de medische wetenschap in toenemende mate gebruik maakt van diagnostische software om uit complexe verzamelingen van gegevens gerechtvaardigde conclusies te trekken, rijst ook in de rechtswetenschappen de vraag in hoeverre intelligente software in staat is om rechters, advocaten, procureurs en anderen bij te staan bij de evaluatie van rechtszaken en andere juridische aangelegenheden. Dit heeft verschillende achterliggende redenen, ten eerste is bewijslast in veel gevallen net zo complex als medische data, denk bijvoorbeeld aan forensische data in het geval van een misdaad. Het is erg lastig om alle gegevens behoorlijk te wegen en er eenduidige conclusies uit te trekken, vooral als er verschillende regels (wetten) in het spel zijn waarop uitzonderingen mogelijk zijn. Ten tweede is er het gevoel dat gelijke gevallen soms verschillend worden beoordeeld, zo wordt het rechtssysteem soms beschuldigd van vooroordelen met betrekking tot bijvoorbeeld huidskleur, die in het eindoordeel geen rol zouden mogen spelen. Mogelijkerwijs kunnen computerprogramma's, onder meer op basis van bepaalde uitspraken die in het verleden zijn gedaan, helpen bij het vaststellen van schuldvragen en strafmaten, en antwoord geven op juridische vragen in het civiele recht. Sommige wetenschappers geloven dat dit de rechtspraak transparanter en eerlijker kan maken.
Volgens Carole Hafner, informaticus aan de Northeastern University, zijn onderzoekers in de rechtswetenschappen en de kunstmatige intelligentie gefascineerd door de wet, omdat dit een regelsysteem is dat als een model van menselijke besluitvorming kan worden gezien. De regels hebben grofweg de vorm van logische regels: als A, dan B, waarbij A voor het plegen van een misdrijf kan staan en B voor de eruit voortvloeiende straf. Er is een lange traditie in de logica en de filosofie van het rekenen met dergelijke regelsystemen, waarbij de nadruk ligt op de vraag wanneer uit een verzameling feiten en regels een bepaalde conclusie mag worden getrokken. Hier is een parallel met de rechtspraak: wanneer is er voldoende bewijs en eventueel jurisprudentie zodat een gerechterlijke uitspraak gerechtvaardigd is.
John Zeleznikow van de Universiteit van Melbourne is de auteur van een aantal juridische computerprogramma's. Een van zijn programma's, SplitUp, berekent met naar verluidt indrukwekkende nauwkeurigheid de uitkomst van echtscheidingszaken en maakt voor gebruikers de zaken expliciet die een rol spelen bij het tot stand komen van de uitspraak. Dit helpt ze zich voor te bereiden op dergelijke zaken, maar het kan ze ook aanzienlijk schelen in advocatenkosten gezien de 'kennis van zaken' die het programma zou hebben. Hoewel Zeleznikow benadrukt dat programma's zoals SplitUp menselijke advocaten niet zullen vervangen, vind hij wel dat het programma bijdraagt om de rechtspraak eerlijker te maken aangezien veel mensen een oneerlijke achterstand op zouden lopen omdat ze simpelweg niet genoeg geld hebben voor dure advocaten. Volgens Marc Lauritsen van Capstone Practice Systems, een bedrijf dat in 'juridische technologie' is gespecialiseerd, zullen computerprogramma's echter de advocatuur een zijns inziens gezonde schop geven door advocaten in veel gevallen overbodig te maken. De programma's van Capstone worden aangewend om bijvoorbeeld patentaanvragen en contracten te controleren. Lauritsen gelooft dat we aan het begin van een ontwikkeling staan waarin bedrijfjes die geautomatiseerde juridische diensten aanbieden steeds meer brood van de plank van de advocatuur zullen gaan eten, aangezien veel werk van advocaten betrekkelijk routinematig is.
Weinig wetenschappers zullen geloven in science-fiction-scenario's waarin de rechtspraak volledig geautomatiseerd is en rechters door robots vervangen kunnen worden. Volgens Uri Schild van de Bar-Ilan Universiteit in Israël zullen computerprogramma's rechters er echter wel van kunnen weerhouden om zogezegd buiten hun boekje te treden. Schild heeft een systeem ontwikkeld dat het belang van eerdere uitspraken (de jurisprudentie) weegt om rechters te assisteren bij het doen van een uitspraak. Schild zegt dat zijn programma ervoor moet zorgen dat de uitspraken van rechters zo nauwkeurig mogelijk binnen de wet gehouden worden. In feite zijn dergelijke programma's geautomatiseerde wetboeken, aangevuld met jurisprudentieële informatie. Wat dat betreft kan gesteld worden dat de rechtspraak bij het gebruik van dergelijke technologie slechts met haar tijd meegaat, hoewel het ongetwijfeld zo zal zijn dat sommige mensen een wat ongemakkelijk gevoel hebben bij het idee dat rechters zich bij het doen van een uitspraak bij laten staan door kille computers.