De Europese Raad heeft sneller dan verwacht een standpunt ingenomen over de Europese patentrichtlijn voor software, zo lezen we bij Heise. Het EU-orgaan, bestaande uit ministers van de verschillende lidstaten, heeft onder het Ierse voorzitterschap (dat loopt van 1 januari tot 30 juni 2004) wijzigingen voorgesteld in de tekst die met veel moeite in september 2003 tot stand kwam in het Europees Parlement. In november werd nog gemeld dat het proces vertraging opliep en er waarschijnlijk pas na het voorzitterschap van Ierland knopen doorgehakt zouden worden. Het lijkt er nu echter op dat de Ieren er vaart achter willen gaan zetten, nu de Europese Raad al zo snel met de kwestie is begonnen. In het voorstel dat in PDF-formaat op de site van de Raad van de Europese Unie staat, is te lezen dat er op veel plaatsen gemorreld is aan de tekst zoals het Parlement die was overeengekomen. Een bekende tegenstander van softwarepatenten, de Foundation for a Free Information Infrastructure (FFII), levert uitgebreid kritiek op het tegenvoorstel van de Europese Raad.
Uiteindelijk zullen het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (dit orgaan heeft, net als het Parlement, medewetgevende bevoegdheden en is niet hetzelfde als de Europese Raad) de richtlijn vast moeten stellen. Toch heeft het wijzigingsvoorstel van de Europese Raad uiteraard een forse invloed. De aanpassingen zijn omvangrijk. Volgens de FFII zijn vrijwel alle beperkingen aan de patenteerbaarheid, zoals het Parlement die had vastgesteld, met enkele pennenstreken van tafel geveegd. Volgens de organisatie behelst het nieuwe voorstel een onbeperkte patenteerbaarheid en een onbeperkte handhaving daarvan. De originele tekst is voorzien van tientallen voetnoten met het commentaar 'geschrapt' of 'herschreven'. Verder klaagt de FFII erover dat er wederom geen goede definitie is opgenomen van het begrip 'in computers toegepaste uitvindingen'. Een uitvinding moet als zodanig te kwalificeren zijn, wil deze in aanmerking komen voor patentering.
In artikel 11 van het nieuwe voorstel staat dat om op uitvinderswerkzaamheid te berusten, de algemene regel is dat uitvindingen een technische bijdrage tot de stand van de techniek moeten leveren. Aangezien vrijwel alles dat met computers te maken heeft technisch is en elke uitvinder zal betogen dat hij een zinvolle bijdrage levert aan bestaande technologie, zou op die manier bijna alles patenteerbaar worden. De belangrijkste elementen van de huidige rechtspraak en van de versie van de richtlijn die het Europees Parlement had gemaakt, worden hiermee genegeerd. Eerst ging men er vanuit dat gegevensbewerking niet 'technisch' is, maar onder de nieuwe definitie zou ook dat ineens iets op kunnen leveren dat patenteerbaar is. Verder is de 'interoperabiliteitsclausule' geschrapt, waarmee het Parlement het patenteren van standaarden of delen daarvan wilde voorkomen.
Ook is de mogelijkheid achterwege gelaten die patenthouders kon dwingen om hun beschermde programmacode openbaar te maken als dat in het algemeen belang zou zijn. Tenslotte worden er allerlei verwarrende en niet nader omschreven termen gebruikt in de nieuwe versie, zo stelt Hartmut Pilch van FFII tegenover Heise. Het lijkt alsof de werkgroep van de Raad de hele richtlijn wil begraven, zo merkte hij cynisch op. Hij verdenkt de Europese Raad ervan dat deze uiteindelijk de softwarepatenten niet door deze richtlijn wil regelen, maar via de bestaande octrooibureaus. Nu is dat nog niet mogelijk, maar daartoe zou een artikel uit het Europees Patentverdrag geschrapt kunnen worden, dat verbiedt om octrooiaanspraken op programma's 'zelf' te honoreren. Als het aan hem ligt gaan niet alleen de leden van het Europees Parlement, maar ook de nationale volksvertegenwoordigers zich daarom vanaf nu sterk maken voor het behoud van de oude versie van de richtlijn.